Antiek: diverse artikelen: I t/m L
Antiek-Encyclopedie.nl: Het informatiepunt voor de antiekliefhebber.


Icoon

Een schildering op hout in de Grieks-orthodoxe kerk, die Christus, een heilige of een van de heilsfeiten voorstellen. Veel meer dan het westerse beeld, is de icoon niet zozeer een herinnering aan, als wel een vervuld zijn van het afgebeelde. De orthodoxe christen bidt voor de icoon alsof het een venster is dat uitzicht geeft op de goddelijke wereld. De icoon heeft in de orthodoxie een sacramentele functie.
.Bronvermelding    |    Top


Inktpot

Komt zowel afzonderlijk als in combinatie met een inktstel voor. Als materiaal gebruikte men zilver, tin of lood, soms met een binnenpot van hoorn. Het meest voorkomende model in de 17de en 18de eeuw heeft de vorm van een kaapstander, met stevige, brede voet en smalle hals. Het werd meestal voorzien van een glazen of porseleinen binnenpot en een deksel met een gat voor de ganzenpen, waardoor de kans op spatten enigszins werd verminderd. Daarnaast kwamen zeshoekige en balustervormige modellen voor. De eerste geheel van glas gemaakte inktpotten komen in Engeland in de mode in het midden van de 18de eeuw. In de eerste helft van de 19de eeuw worden glazen inktpotten in de handel gebracht die voorzien zijn van een glazen stop. Stop en bodem zijn gedecoreerd met millefioriglas. Ook inktpotten van geslepen of imitatiegeslepen glas zijn dan zeer populair.
.Bronvermelding    |    Top


Inktstel

En suite gemaakte schrijfbenodigdheden, bestaande uit inktkoker, zandstrooier, pennenmes en blaadje. Zolang leden van de hogere standen hun schrijfwerk door ondergeschikten lieten uitvoeren, kwamen zilveren inktstellen zelden voor. Deze ondergeschikten, klerken, droegen de ingrediënten voor het schrijven steeds bij zich. De vroegste inktstellen waren in het bezit van vorstelijke personen of magistraten: ze bestonden uit losse onderdelen, in tegenstelling met latere vormen, waarbij de inktpot een geheel vormde met het blad, dat ook een ring had voor de zandstrooier. De overige benodigdheden lagen in een doos met deksel. In de 18de eeuw ontstonden inktstellen met meer onderdelen. Op het blad stond toen ook een kaarshouder (voor het verwarmen van de zegellak) en het geheel werd gecompleteerd met een snuiter en een schrijfblad. Hiermee was een hoogtepunt bereikt in de ontwikkeling van het inktstel. Na 1800 bracht men alleen nog veranderingen in de vorm aan. Die bestond meestal uit een vierhoekig of bootvormig onderstuk op pootjes waarop drie in zilver gevatte glazen potjes stonden. Daarnaast bestonden afwijkende vormen, bijv. een bol waarvan de bovenste helft kon worden opengeklapt om bij de schrijfbenodigdheden te komen.
.Bronvermelding    |    Top


Inro

(Jap.) Zegeldoosje dat de Japanners in de 15de eeuw bij zich droegen, zodat zij documenten enz. konden signeren. Langzamerhand ging men het doosje ook gebruiken voor het bewaren van aromatische kruiden of medicijnen in aparte vakjes. De doosjes, die ca. 8 cm breed, 10 cm lang 1,5 cm diep zijn werden met een koord aan de gordel gedragen, en daarna bevestigd met een netsuke. De mooiste inro’s werden in de 16de, 17de en 18de eeuw gemaakt van lakwerk met zeer fijn gouden of zilveren inlegwerk.
.Bronvermelding    |    Top


Iserlohner tabaksdozen

Uit messing of koper gemaakte tabaksdozen afkomstig van een door Frederik de Grote in 1760 opgerichte fabriek te Iserlohn, die heeft bestaan tot 1800. De dozen zijn langwerpig van vorm en vertonen op het deksel een gegraveerde of in bas-reliëf gedreven voorstelling van een veldslag of het portret van de Soldatenkoning of van een van zijn aanvoerders.
.Bronvermelding    |    Top


Ivoorsnijkunst

Ivoor is uit concentrische lagen opgebouwd om een harde kern, die men het hart noemt. Omdat het materiaal gevoelig is voor temperatuurverschillen, holde men al in de middeleeuwen de figuren die men eruit sneed, van binnen uit. Als het hart verwijderd is, heeft de overige massa voldoende speelruimte om niet te splijten. In China (Kanton) ontstond hieruit een bijzondere tak van ivoorsnijkunst, waar bij men er in slaagde een massieve bol op te delen in 3 tot 21 elkaar omsluitende, opengewerkte bollen. De ivoorsnijkunst omvat alle mogelijke kleine voorwerpen (de omvang is uiteraard aan die van de olifants-, walrus-, nijlpaard-, mammoet- of narwaltanden gebonden) zoals bijv. madonnabeeldjes, deksels van spiegels, schaakstukken, reliëfs, ronde dozen, rechthoekige cassettes, triptieken als huis- of reisretabels, diptieken, reliquiaria, damstenen, jachthoorns, crucifixen, portretbustes, kandelaars, pronkbokalen, allerlei soorten inlegwerk enz. Soms wordt het ivoor door been vervangen, zonder dat overigens de stijl van het uitgevoerde verandert.
.Bronvermelding    |    Top


Jacobsstaf

Graadstok of graadboog, eenvoudig astronomisch navigatie-instrument, vanaf ca. 1300 op zeeschepen in gebruik. Hij bestaat uit een graadstok uit hout of ivoor van 1 à 1,5 m lengte met een verschuifbaar kruishout. De waarnemer plaatst het einde van de graadstok tegen de wang en schuift vervolgens het kruishout in een zodanige positie dat de onderste arm de horizon raakt terwijl de bovenste met het eind precies voor de zon komt. Op de plaats waar het kruishout zich op de graadstok bevindt kan men de gemeten hoogte aflezen. Aan het eind van de 16de eeuw wordt de jacobsstaf opgevolgd door het daviskwadrant; het duurde echter nog tot in het midden van de 18de eeuw voordat hij helemaal in onbruik was geraakt.
.Bronvermelding    |    Top


Jade

Zie Chinees jade.
. Top


Japans lakwerk

Zie Oosters lakwerk.
. Top


Jardinière

(Fr.) Kostbare bloemenvaas of bak, uit de 18de eeuw stammend. Ook tafeltjes of piëdestals met een ingebouwde bloembak worden wel met deze term aangeduid. De laatste vorm was in de 19de eeuw zeer algemeen.
.Bronvermelding    |    Top


Jugendstil of Art Nouveau

Sterke stroming in de decoratieve kunsten tussen de jaren 1890 en 1910. De beweging kwam voort uit een soortgelijke stroming in Engeland, de Arts and Crafts Movement uit het midden van de 19de eeuw onder leiding van William Morris. Ook het werk van de Engelse graficus Aubrey Beardsley heeft in dit opzicht een belangrijke bijdrage geleverd. De naam Jugendstil kwam in de mode na de oprichting in 1896 van het kunsttijdschrift Die Jugend, de naam Art Nouveau komt van een gelijknamige winkel voor woninginrichting in Parijs, en de firma Liberty & Co te Londen hechtte haar naam aan deze stijlbeweging in Italië en Engeland. Nog andere namen, zoals Style Métro en het Nederlandse ‘Slaoliestijl’, ‘Macaronistijl’ of het Oostenrijkse Sesessionstil werden plaatselijk gebruikt. De Jugendbeweging inspireerde een groot aantal kunstenaar-ontwerpers in wereldsteden als Parijs, Brussel, Wenen, Kopenhagen e.a., en het werkte als een grootse, eigentijdse manifestatie tegen het onaantastbare monopolie van de Neostijlen. De kunstuitingen van de Jugendstil dragen een verfijnd karakter dat de geest van het fin de siècle weerspiegelt. De vormen van meubels, sieraden, lampen, bedrukte stoffen en vaatwerk worden beheerst door een voorkeur voor sierlijke, bijna strelende bewegingen. Hoofdmotief zijn de lange, gestrengelde vormen, gecombineerd met vrouwengestalten, vogels, vlinders en bloemen. Vaak wordt deze ornamentiek in een enigszins gewijzigde interpretatie uitgewerkt, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de Japanse tekenkunst, de ornamentiek van de Vikingen of van de Javaanse batikstoffen. Een grote verdienste van de Jugendstil-kunstenaars is ontegenzeggelijk de wijze waarop zij zich bij hun ontwerpen lieten inspireren door het karakter van hun materialen en de ambachtelijke verwerking daarvan.
.Bronvermelding    |    Top


Kaarsendover of domper

Bekervormig instrumentje op steel met handvat, gebruikt om de vlam van de kaars te smoren. Voor lichtkronen werden dovers gebruikt op een lange stok. Om de stinkende walm tegen te gaan waren er ook tangvormige dovers waarmee de pit werd uitgeknepen.
.Bronvermelding    |    Top


Kaarsendoos

Rechthoekige of cilindervormige doos, meestal met deksel. Werd aan de muur bevestigd en diende voor het opbergen van kaarsen. In de 18de eeuw dikwijls van tôle peinte.
.Bronvermelding    |    Top


Kaarsensnuiter

Schaarvormig instrument voor het bijknippen van een te hoog brandende pit, met een bakje om het afgeknipte stukje op te vangen. In gesloten toestand vormt het ene schaarblad een deksel op het bakje aan het andere blad. Veel snuiters hebben drie pootjes en zijn voorzien van een bijpassend blaadje. De oudste exemplaren stammen uit het begin van de 16de eeuw. Vanaf het eind van de 17de eeuw komen ook kaarsensnuiters voor met bijpassende standaard en een of meer kandelaars. Tegen het midden van de 19de eeuw werden kaarsen gefabriceerd waarvan de pit in de vlam verteerde. Hierdoor en door de uitvinding van olie- en gaslampen raakte de kaarsensnuiter in onbruik.
.Bronvermelding    |    Top


Kakemono

(Jap.) Verticale rolschildering van papier gemonteerd op weefsel (zijde, damast) met houten rollen aan ieder einde. Als de Kakemono’s niet worden gebruikt, worden deze opgerold bewaard in dozen. De kakemono’s worden in een apart kamertje tentoongesteld, samen met bloemen. Beide passen bij elkaar en zijn een wisselende decoratie, behorend bij de tijd van het jaar. Kakemono’s met religieuze voorstellingen werden gebruikt als altaarstuk.
.Bronvermelding    |    Top


Kamerscherm of paravent

1. Europa. Meer dan manshoog, opvouwbaar, uit verschillende vlakke delen bestaand scherm, waarvan de onderdelen dubbelzijdig scharnieren. De schermen zelf zijn meestal van op rechthoekig lijstwerk gespannen stof, maar er bestaan ook schermen van ander materiaal, bijv. van hout met Japans lakwerk of van goud enz. 2. China. Kamerschermen werden in China al tegen het einde van de Chou-periode gebruikt en vermoedelijk zelfs al eerder. Zij zijn gemaakt van papier, van beschilderde of geborduurde weefsels, van gesneden hout, al dan niet gelakt of met parelmoer en ander materiaal ingelegd. De Chinese kamerschermen bestaan uit 2 tot 12 panelen, door scharnieren met elkaar ver bonden. Ze zijn vaak lager dan de Europese kamerschermen.
.Bronvermelding    |    Top


Kandelaar

Marmeren, metalen of in keramiek uitgevoerd voorwerp, dat bestaat uit een schotel met in het midden een schacht in de vorm van een pin, waarop de kaars gestoken wordt, of uit een ronde huls, waarin een kaars geplaatst kan worden. In huizen in Pompeii en elders zijn hoge bronzen kandelabers gevonden, staande op een drievoet, waarop een uiterst dunne, al dan niet gecanneleerde schacht. Deze bronzen kandelaars zijn een voortzetting van de Etruskische toreutiek. Uit de Romaanse periode kennen we enkele meesterwerken van bronsgietkunst, de zevenarmige kandelabers (ca. 1200), het meest voorkomend gedurende de middeleeuwen. Uit ongeveer dezelfde tijd dateren de vroegste met Limoges-email versierde kandelaars. In de 15de eeuw ontwikkelde zich het ronde type op leeuwenpoten of op een zwaar rond basement. De schacht wordt door talrijke geprofileerde ringen onderbroken. In het land van de Maas treft men bij de Dinanderie een rijke verscheidenheid van vormen aan. Vooral bekend is de kandelaar met een mannenfiguur, die in iedere hand een kaarsenhouder draagt. De renaissance grijpt terug naar de klassieke ornamentiek; behalve de voet gaat de in verschillende verdiepingen opgebouwde schacht, die naar boven toe steeds dunner wordt, haast onder de vele siermotieven schuil. Het hoogtepunt van deze ontwikkeling is de grote bronzen kandelaar door Andrea Riccio uit Padua (1510). Tijdens de 18de eeuw ontstaan de rijke zilveren kandelabers, die in de achtereenvolgende Lodewijkstijlen worden uitgevoerd, en die tijdens de maaltijden gebruikt werden. Als verdere verlichting werden verguld bronzen wandconsoles met kaarsenhouders gebruikt. Tijdens het Lodewijk XVI bestond er voorliefde voor cilindervormige basementen, waarop een donker gepatineerde bronzen vrouwen figuur stond - vaak een verkleinde kopie naar een bekend origineel -, die een tak met kaarsenhouders in de hand hield. De ontwikkeling in Engeland is enigszins anders; hier blijven over het algemeen de strakke vormen in de mode.
.Bronvermelding    |    Top


Kandelaber

(v. Fr. candelabre) Armkandelaar, kroonluchter, kroonkandelaar.
.Bronvermelding    |    Top


Kant

Fijn, licht textielweefsel, soms ook van goud- of zilverdraad, met opengewerkte patronen, dat tot versiering van randen of als tussenzetsel dient. In de 16de eeuw, toen het hemd aan borst en armen zichtbaar werd gedragen, begon men hals- en mouwopeningen te versieren met gekartelde randen. Sindsdien heeft de mode een belangrijke invloed gehad op het ontstaan van nieuwe kantsoorten. De wijduitstaande kragen uit de renaissance zijn ondenkbaar zonder de strakke lijnen van de reticella en de sluik omlaag vallende rabatten en beffen van de barok vergden zwaardere vormen zoals de Venise à gros relief of de point de France. De luchtige jabots en lubben uit het rococo zouden nooit dat schuimende effect hebben gekregen zonder de verfijnde technieken die talrijke ateliers in deze tijd beheersten. Volgens de toegepaste technieken worden twee soorten kant onderscheiden: de naaldkant en de kloskant. De naaldkant ontwikkelde zich uit het openwerken van randen. Men werkt vanuit contourdraden die conform de grote lijnen van het patroon op een katoenen ondergrond zijn vastgehecht. Uitgaande van deze draden worden motieven en achtergronden met allerlei festonsteken opgevuld. Tot slot worden de contourdraden omwoeld, waarna het stuk van de ondergrond wordt losgesneden. De naaldkant kwam tot ontwikkeling in Venetië, vandaar dat de oudste vormen naar deze stad zijn genoemd (Venise à relief, à la rose, enz.). Lodewijk XIV liet in 1665 de Manufactures Royales de Pointes de France oprichten die voor een deel werden gevestigd in bestaande kantateliers, zoals te Alençon en Argentan. Beide centra ontwikkelden een eigen genre. Het huidige België werd bij uitstek het land van de kloskant, zoals ook de namen van verschillende kantsoorten als ‘Flandres’, Vlaamse trollekant, Antwerpse pottekant, Rijselse en Mechelse kant bewijzen. Ook de binche en de Valenciennes, en zelfs de zgn. Hollandse kant stammen uit deze streken. Brussel verbond zijn naam met allerlei fijnmazige kantsoorten die in gedeelten werden geklost. Van Franse origine zijn de Chantilly, de blonde en de point de Paris. Cluny-kanten zijn tijdens de neorenaissance van de 19de eeuw ontwikkeld op basis van renaissancepatronen uit het Musée de Cluny. Duchesse is een machinale kant uit dezelfde tijd; hiervan is de Brugse kant een vereenvoudigde versie.
.Bronvermelding    |    Top


Kapittelstokje

1. Aan het eind van een lint of dun kettinkje bevestigd metalen staafje, deels glad, deels gekarteld, dat men tussen de bladen van een bijbel of missaal legde bij het kapittel waar men bij het lezen was gebleven. 2. Dwarsstaafje aan een horlogeketting om deze in een knoopsgat van het vest te bevestigen.
.Bronvermelding    |    Top


Keldertje

Los kistje met vakken waarin vierkante likeur- of wijnflessen rechtop werden bewaard, vooral voor gebruik op reis (reiskeldertje, Fr. cantine). Stamt uit de 18de eeuw. Na ca. 1770 verschijnt het keldertje ook als meubeltje voor huiselijk gebruik, voorzien van pootjes (Fr. garde-vin, Eng. cellaret on stand).
.Bronvermelding    |    Top


Kerkstoof

Houten stoof met koperen hengsel, meestal rijk versierd met houtsnijwerk.
.Bronvermelding    |    Top


Kerkwaaier

Type waaier uit de 18de eeuw, beschilderd of bedrukt met stichtelijke voorstellingen en citaten, gedragen door vrouwelijke kerkgangers.
.Bronvermelding    |    Top


Kerststalletje

Zie Presepio en Santons.
. Top


Klapmadonna

(v. Du. Klappmadonna) Madonnabeeldje in hout of ivoor, dat kan worden opengeslagen, waardoor de ‘vrucht van haar schoot’ zichtbaar wordt. Veel van deze klapmadonna’s zijn in de tijd van de contrareformatie vernietigd. De klapmadonna’s ontstonden in de Nederlanden in de 13de - 16de eeuw, maar werden elders nog wel langer gemaakt.
.Bronvermelding    |    Top


Knipkunst

Met behulp van schaar en mesje uitgeknipte en gesneden voorstellingen van papier, die vaak opgeplakt worden op een ondergrond van afstekende kleur en als wandversiering dienst doen. Vooral in de 18de eeuw in de mode. Veel knipwerken zijn gelegenheidsstukken, die werden gemaakt ter ere van geboorte, verjaardag, huwelijk enz.
.Bronvermelding    |    Top


Koekprenten (-planken, -vormen)

Werden gebruikt bij het maken van droog deeggebak, koek (speculaas, taaitaai, harde koek, gezoet wittebroodsdeeg) en marsepein. Zij werden aanvankelijk gemaakt door de bakkers zelf of door rondtrekkende kooplieden. De negatieve voorstellingen werden meestal gesneden in peren- of kersenhout; men drukte het deeg erin voordat het in de oven gebakken werd. De figuren waren traditioneel en ontleend aan volksverhalen.
.Bronvermelding    |    Top


Kraantjeskan

Buikige, dikwijls zwartgelakte en van een kraantje voorziene tinnen kan op drie gebogen pootjes, rustend op een driehoekig komfoortje in Louis XV-stijl. Komt ook voor in de Louis XVI-stijl als cilindrische kan op vierkant komfoor, maar dan meestal uitgevoerd in koper. Ofschoon typisch Nederlands, ook bekend in Noord-Duitsland (Dröppelminna), met Elberfeld Barmen als productiecentrum. Stamt uit midden van de 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Kuei

(Chin.) Ritueel jadetablet, langwerpig van vorm met rechthoekige onderkant en puntige bovenkant, ook bekend vanaf de Shang-dynastie, wellicht een symbool van macht. De term kuei wordt ook gebruikt voor een bepaald bronzen vat.
.Bronvermelding    |    Top


Ku wên

Zie Pi.
. Top


Kwispedoor

(v. Port. cuspidor) Spuugpotje, komt in China al in de T’ang- en Sungperiode voor. Met het toenemende roken in de 18de eeuw ingeburgerd in het Westen. Het meest voorkomende model is een rond potje met een grote uitstaande rand. Kwispedoors (met blauwe en met polychrome bloemdecoraties) werden veel uit China geïmporteerd, maar ook in Delft gemaakt. Wit Delftse kwispedoors waren zeer algemeen tot ver in de 19de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Kijkkast

Zie Rarekiek.
. Top


Lakstempel

Onmisbaar gereedschap om brieven te sluiten en te verzenden, tot aan de instelling van de postzegel (in Nederland in 1852) maar ook daarna nog van nut bij de verzegeling van postpakketten. Naast de gebruikelijke zegelringen met stenen matrix en metalen stempels met houten handvat komen in het begin van de 18de eeuw lakstempels (cachets) in zwang die aan de châtelaine werden gedragen. De matrix (het deel waarin het monogram of wapen staat gegraveerd) werd toen ook vaak uit steen, of zelfs van gekleurd glas gemaakt. Uit het einde van de 18de eeuw dateren de stempels die, zoals bij de stam van de slingerglazen het geval was, een glazen handvat hebben waarin een gewonden spiraal van gekleurd glas is gesmolten. Toen de châtelaine in onbruik raakte, aan het begin van de 19de eeuw, verschenen stempels met fantasiehandvatten in de vorm van schelpen, bloemen, dierenkoppen, enz. Na 1845 toen de presse-papiers van millefioriglas uit Baccarat in de mode kwamen, werden ook bijpassende handvatten voor lakstempels gemaakt.
.Bronvermelding    |    Top


Lakwerk

China en Japan, zie Oosters lakwerk. Europa, zie Europees lakwerk.
.Bronvermelding    |    Top


Lamp

De vroegste vorm van kunstlicht bestond uit een bakje gevuld met olie waarin een pit dreef; deze was al in 3000 v. C. bekend. Uit dit olielampje ontwikkelde zich in de 17de eeuw de bekende ‘snotneus’. Uit ca. 1780 stamt een hoge, staande olielamp waarbij het oliereservoir van glas was en van een maatverdeling voorzien, zodat de lamp tegelijkertijd kon dienen als een simpele tijdmeter; de pit is bevestigd in een aan de zijkant van de lamp naar buiten komend buisje. In 1784 werden twee belangrijke verbeteringen ingevoerd: de binnen twee concentrische buizen lopende cilindrische pit en het lampenglas. De nieuwe olielampen worden naar de uitvinder ‘argandlamp’ of naar de Franse fabrikant ‘quinquet’ genoemd. Zij zijn vaak van beschilderd blik (tôle peinte) gemaakt. Een staande lamp met kaarsen uit dat tijdvak was de bouillotte. Omstreeks 1816 deed de gasverlichting haar intree, maar daarnaast bleef gedurende de hele 19de eeuw de olielamp in gebruik.
.Bronvermelding    |    Top


Langstaart

Liggend model spinnewiel waarvan de spil zich naast het aandrijfwiel bevindt.
.Bronvermelding    |    Top


Lantaarn

Geheel of gedeeltelijk omsloten kaarshouder die hetzij verplaatsbaar en draagbaar is dan wel aan een arm aan wand of deur werd bevestigd. Vooral in grote hallen werden dikwijls een of meer lantaarns opgehangen. Vanaf de middeleeuwen tot in de 17de eeuw in gebruik. De oudste vorm is een bronzen kegel of cilinder, met open zijkanten; hieruit heeft zich een vierkante of achthoekige vorm ontwikkeld, waarvan de zijkanten waren afgesloten met dunne plaatjes hoorn, perkament of glas.
.Bronvermelding    |    Top


Lepelrek

Wandplankje met gaten voor het bergen van lepels, ook combinatie uit verscheidene plankjes. Oorspronkelijk volkskunstproduct, waaruit de meest originele en boeiende modellen stammen.
.Bronvermelding    |    Top


Letterlap of merklap

Lap voorzien van meestal in kruissteek uitgevoerde decoratief behandelde voorstellingen, lettertekens en cijfers. Ook verschillende borduursteken komen voor. Deze lappen, die een typische uiting van Nederlandse volkskunst zijn, werden gemaakt als proeve van bekwaamheid door schoolmeisjes. Meestal 19de eeuws, maar ook wel uit de 18de en zelfs uit de 17de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Levensboom

Zinnebeeldige voorstelling van het menselijk leven, die veel in de volkskunst als versiering voorkomt. In Nederland treft men het motief veel aan in houtsnij-, borduur- en koperwerk.
.Bronvermelding    |    Top


Liksteen

Paddestoelvormig glazen gereedschap voor het gladwrijven van linnen. Sinds de middeleeuwen in gebruik.
.Bronvermelding    |    Top


Loopwagen of rolwagen

Rollend rekje waarin kinderen werden neergezet om te leren lopen. Het bestaat uit twee ringen, de kleinste aan de bovenkant, verbonden door gedraaide spijlen. Aan de onderste ring zijn wieltjes bevestigd. Al bekend in de 16de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Lorgnon

Oogglas voor één oog met meestal fraai bewerkt handvat. Was aan het eind van de 18de eeuw een onmisbaar onderdeel van de uitrusting van modebewuste mensen.
.Bronvermelding    |    Top

Diverse artikelen alfabetisch gedeelte


A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z


. Top

 

 

Visie | Disclaimer | Bronvermelding | Contact | ©2006-2010 Antiek-Encyclopedie.nl