Antieke klokken & horloges: R t/m S
Antiek-Encyclopedie.nl: Het informatiepunt voor de antiekliefhebber.


Regulateur of horloge de parquet

(Fr.) Precisie-uurwerk, dat meer bedoeld is voor een exacte tijdsaanwijzing dan voor decoratie. Vooral de Engelse uurwerkmakerij heeft zich in dit opzicht verdienstelijk gemaakt, met beroemde pioniers als G. Graham, J. Harrison en P. le Roy. In de 19de eeuw werden vooral in Zwitserland en Frankrijk regulateurs gebouwd, dikwijls met een korte (halve seconde) slinger. Een bekende Oostenrijkse regulateur is de uit de Laterndluhr ontwikkelde Weense regulateur.
.Bronvermelding    |    Top


Régulateur de cheminée

(Fr.) Pendule uit de Lodewijk XVI-periode. De kast met glazen panelen is rechthoekig en van geciseleerd brons en dikwijls versierd met porseleinen plaquettes.
. Top


Reisklokjes

Al in de 15de eeuw onderscheidde men drie soorten uurwerken; het wanduurwerk, het tafeluurwerk en het draagbare uurwerk voor op reis; het reisklokje. Dit klokje was in het algemeen 10 tot 15 cm breed bij een dikte van 10 cm en had een schokvrij balanswiel. Hieruit ontwikkelde zich weer het halshorloge.
.Bronvermelding    |    Top


Religieuse

Zie Pendule religieuse.
. Top


Remontoir

(Fr.) Horloge met gecombineerd opwind- en stelmechanisme, te bedienen door een opwindkroontje. Door het kroontje steekt een pennetje dat met de nagel kan worden ingedrukt, zodat het mechanisme overschakelt van de veer naar de wijzers. De constructie werd voor het eerst toegepast in 1842 door Adrien Philippe.
.Bronvermelding    |    Top


Remontoir d’égalité

(Fr.) Mechaniek in een uurwerk dat er voor zorgt dat, ongeacht de energiebron (veer of gewicht), een constante aandrijfkracht wordt uitgeoefend op het schakelrad. Met regelmatige tussenpozen wordt een hulpveer of klein gewicht door de grote veer of gewicht gespannen of opgetrokken, waardoor de aandrijfkracht van constante sterkte blijft. Voor het eerst toegepast bij klokken met gewichten door Jost Bürgi (1552-1632) en bij veeruurwerken door John Harrison (1693-1776).
.Bronvermelding    |    Top


Repetitieslagwerk

Type slagwerk van een klok of horloge dat niet automatisch op een vastgestelde tijd in werking treedt, maar alleen slaat wanneer men aan een koordje trekt of op een knop drukt. Het idee werd gelanceerd door Daniel Quare en Edward Barlow, de uitvinder van het zaagslagwerk, dat het mechanisme bevat voor het repetitieslagwerk. Het voordeel was dat men in het donker kon weten hoe laat het was zonder steeds de uurslag te horen.
.Bronvermelding    |    Top


Rollende klok

Uurwerk op hellend voetstuk, waarbij de aandrijving wordt teweeggebracht door het eigen gewicht van de klok, die tot dit doel is gemonteerd in een cilindervormige kast. De klok beschikt over één enkele uurwijzer die door een contragewicht in een bepaalde positie wordt gefixeerd, onafhankelijk van de stand van de klok.
.Bronvermelding    |    Top


Rondsel

Kleinste van de twee raderen uit een uurwerk of een automaatmechanisme, die samen op dezelfde as zijn vastgezet, dezelfde omloopsnelheid hebben en de stuwkracht in dezelfde richting transporteren.
.Bronvermelding    |    Top


Roosterslinger

Soort compensatieslinger, uitgevonden door de Engelsman John Harrison in 1726. Het principe berust op het verschil in uitzetting tussen verschillende metalen; daarom is de slinger samengesteld uit een drietal stalen en een tweetal koperen staafjes, die d.m.v. horizontale verbindingsstukken aan elkaar zijn bevestigd.
.Bronvermelding    |    Top


Roskopf-horloge

Goedkoop, degelijk horloge, in 1866 geconstrueerd door de horlogemaker Georg Friedrich Roskopf in La-chaux-de-Fonds (Zwits), speciaal ontworpen voor minderdraagkrachtigen, en dat niet meer dan twintig Zwitserse frans zou gaan kosten
.Bronvermelding    |    Top


Ruempol-klok

Met Ruempol-klok duidt men de stoelklokken aan die in het Gelderse Laren werden gemaakt door Goslinck Ruempol (1682-1759) en diens zoon Hendrick (1730-1796). Het zwaargebouwde uurwerk heeft een zeer korte slinger. Wijzerplaat en deurtjes worden bekroond door loden ornamenten en geflankeerd door engelen of leeuwen. De wandplank eindigt naar onderen toe in de uitgezaagde vorm van een Franse lelie.
.Bronvermelding    |    Top


Rustende gang

Bij de rustende gang blijft het gangrad bij iedere beweging even stilstaan. Hiertoe behoren: de rustende ankergang of Grahamgang, de cilindergang, de pennegang, de Brocotgang, de komma- of virgulegang en de duplexgang.
.Bronvermelding    |    Top


Sambo-clock of minstrel clock

(Am.) Klok in de gedaante van een plomp uitgevoerd figuurtje dat een banjo bespeelt. Het ronde klanklichaam van dit instrument is tevens de wijzerplaat. Stamt uit Connecticut, vanaf ca. 1850.
.Bronvermelding    |    Top


Savonnette

1: Zeepdoos. 2: (montre à) Savonnette, horloge in bolle, rondom sluitende, ajour bewerkte overkast, in vorm overeenkomend met de contemporaine zeepdozen; vanaf eind 18de eeuw een horloge waarvan het glas wordt beschermd door een bol dekseltje dat door een druk op de knop openspringt
.Bronvermelding    |    Top


Schakelrad

Zie Echappement
. Top


Schippertje

Zie Staartschippertje en Stoelschippertje.
. Top


Schottenuhren

(Du.) Schwarzwälder klokken in miniatuur-uitvoering, ongeveer 10 cm groot, vanaf het midden van de 18de eeuw in Duitsland en Oostenrijk gemaakt.
.Bronvermelding    |    Top


Schwarzwälder klokken

Veelal in winterse huisarbeid door boeren uit het Zwarte Woud vervaardigde klokken. De oudste stammen uit ca. 1640, zijn helemaal van hout en hebben nog de foliot met de enkele uurwijzer. Ca. 1730/1740 wordt de foliot vervangen door een korte, vóór de wijzerplaat bevestigde slinger (Kuhschwanzpendel). Ook werden veel hangklokken gemaakt, aanvankelijk met glazen, later metalen bellen met een grote, houten wijzerplaat, ronde kap en versierd met bloemdecoraties. Uit dezelfde periode stamt de koekoeksklok. Andere bekende klokken zijn: de Trompeteruhr, Schottenuhr en het Appelklokje.
.Bronvermelding    |    Top


Schwarzwälder Schaufensterfiguren of Uhrenmännchen

(Du.) Klokken uit het Schwarzwald, die bestaan uit een figuur in Schwarzwälder klederdracht, met zwart rok-pak, zwarte kniebroek en grote hoed. Deze figuur torst enkele klokken: één van deze miniatuuruurwerkjes loopt inderdaad.
.Bronvermelding    |    Top


Sedan-chair clock

(Eng.) Aan het eind van de 19de eeuw in omloop gekomen handelaarsnaam voor een merkwaardig Engels klokje uit het begin van de 19de eeuw. De tijd van ontstaan toont de onjuistheid van de benaming al aan, want na 1800 komt de draagkoets niet meer op straat voor. Het klokje, dat niettemin met deze naam verbonden blijft, bestaat uit een ronde geëmailleerde of verzilverde wijzerplaat van ca. 7 tot 10 cm doorsnede in een ronde, uit hout gedraaide kast. De kast is aan de achterzijde met een metalen luikje afgesloten. Als uurwerk dient een vaak veel ouder horloge-uurwerk.
.Bronvermelding    |    Top


Sheep’s-head clock

(Eng.) Lantaarnklok, waarvan de cijferring weerszijden buiten het gestel uitsteekt. Stamt uit het midden van de 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Skeletklok of skeletpendule

Slingeruurwerk met veeraandrijving, waarbij het raderwerk zoveel mogelijk van buitenaf zichtbaar is gemonteerd.
.Bronvermelding    |    Top


Slagwerk

In vrijwel alle niet-draagbare uurwerken zit een slagwerk. Dit wordt door een gewicht of een veerton aangedreven. Het treedt op vaste tijdstippen in werking door middel van een uitlichter, die wordt bewogen door een pen op het minuutrad van het gaande werk. Het slagwerk bedient een klepel, die op een bel slaat. Het aantal belslagen wordt bepaald door het slagrad, dat aan de rand steeds wijder geplaatste insnijdingen vertoont. In rust steunt de uitlichter in zo’n uitsnijding. Tijdens het slaan beweegt het slagrad tot de volgende insnijding is bereikt. De afstand tussen de insnijdingen is dus het kleinst voor de één-uur-slag, het grootst voor de twaalf-uur-slag. Een nadeel van het slagrad is dat het wordt bewogen door het mechanisme van het slagwerk, zodat het aantal belslagen niet automatisch volgt uit de stand van de uurwijzer. Wanneer het slagwerk is afgelopen blijft het slagrad staan bij de laatste uurslag, zodat de klok van slag raakt. Het in 1675 door de Engelsman E. Barlow uitgevonden zaagslagwerk kent dit nadeel niet, omdat het aantal slagen hier volgt uit de stand van het trap- of snekrad, dat vast verbonden is met het uurrad. Door een kleine ingreep verkreeg Barlow het repetitieslagwerk, dat men ’s nachts buiten werking kon stellen met de mogelijkheid de juiste uurslag te laten klinken door aan een koordje te trekken, zoals o.a. het geval is bij de cartel d’alcove.
.Bronvermelding    |    Top


Slingeruurwerk

In 1656 paste Huygens voor het eerst de slinger toe, die de spillegang veel gelijkmatiger maakte dan de foliot en de balans. Vrijwel alle staande en hangende klokken van na 1670 zijn slingeruurwerken. Ook in veel andere echappementen die vervolgens werden ontwikkeld bleef de gangregelaar een slinger. De slinger bestaat meestal uit een ijzeren of bronzen draad, met onderaan het slingergewicht. Door dit met een stelschroef te verschuiven kan men de gang nauwkeurig regelen. Omdat de metalen draad onder invloed van de temperatuur korter of langer kan worden, is voortdurend bijstellen noodzakelijk. In 1725 vond Graham de eerste compensatieslinger uit. Een dergelijke slinger bestaat uit twee of drie metalen, waarvan de verschillende uitzettingscoëfficiënten elkaar opheffen.
.Bronvermelding    |    Top


Sluitschijf of slagrad

Het slagrad, dat aan de rand steeds wijder geplaatste insnijdingen vertoont, bepaalt het aantal belslagen. Zie slagwerk.
.Bronvermelding    |    Top


Snek

In de 15de eeuw werd de stackfreed verdrongen door de snek, een kegel met spiraalvormige groeve die door een snaar met de veerton of veertrommel is verbonden en de veerdruk reguleert.
.Bronvermelding    |    Top


Sourdine

(Fr., klankdemper) Repetitiehorloge waarvan het hamertje desgewenst ook de uren slaat tegen de horlogekast, zodat men de slagen op het gevoel kan tellen. Begin 19de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Souscription

Zie Montre à souscription.
. Top


Speeluurwerken

Werden vanaf de late 16de eeuw gemaakt; het speelwerk kon zowel bestaan uit een miniatuur-klokkenspel of uit een miniatuur-orgel. In de 18de eeuw kwamen staande en tafelklokken met speelwerk in de mode: in het laatst van die eeuw zelfs horloges. Dikwijls is het speelwerk gecombineerd met automatische figuren. Engeland en Frankrijk hadden een bloeiende export van die klokken naar Turkije. In de late 18de en 19de eeuw werden voornamelijk speelwerken met rol en kam gemaakt, die op dezelfde wijze functioneren als bij de speeldozen, waarbij de pennen van de speeltrommel de tanden van de kam aantokkelen. Na 1800 werd bij horloges ook wel een schijf toegepast. In het begin van de 19de eeuw maakte men in Zwitserland veel van zulke horloges: een variatie zijn de horloges met zangvogelmechanisme, dat ook vaak in (snuif)dozen werd aangebracht.
.Bronvermelding    |    Top


Spillegang

Het oudste echappement is de spillegang, waarbij het gangrad vanwege de speciale vorm kroonrad wordt genoemd. Bij de spillegang bestaat de gangregelaar uit een spil met twee lepels, die door de tanden van het kroonrad beurtelings in tegenovergestelde richting worden weggedrukt. De lepels, die deze gang ook de naam lepelgang hebben bezorgd, maken een hoek van 90° met elkaar. De spillegang rekent men tot de terugwerkende gangen, omdat het kroonrad bij iedere beweging iets wordt teruggeduwd. Tot het eind van de 19de eeuw is de spillegang een van de meest voorkomende gangen geweest.

Afbeelding: Spillegang, ab= spil met lepels,
AB= kroonrad, t= rondsel van het kroonrad.




antieke klokken | spillegang

.Bronvermelding    |    Top


Spiral Breguet

(Fr.) Uitvinding van de Franse horlogemaker Abraham-Louis Breguet, met betrekking tot de spiraalveer van de balans van horloges. Door de eindboog van de spiraal van een dubbele knik te voorzien, zodat deze boven de spiraal kwam te liggen, bereikte Breguel dat de spiraal de bewegingen van de balans veel gelijkmatiger kon opvangen, waardoor de toppen van de balansas geen zijdelingse druk meer ondergingen en de gangresultaten volkomen gelijk bleven, ongeacht de stand van het horloge. De naam Spiral Breguet is bij dergelijke horloges op de binnenkast van het horloge aangebracht.
.Bronvermelding    |    Top



Staande klokken

Het Amsterdamse staande horloge werd voor het eerst gemaakt in het laatste kwart van de 17de eeuw. Onzeker is of de Engelsen door de Nederlanders werden geïnspireerd of andersom. In ieder geval tonen de vroege Hollandse en Engelse staande klokken grote gelijkenis: betrekkelijk gering formaat, eenvoudige rechte kast, vierkante wijzerplaat, soms bekroond met snijwerk of geprofileerd dak, gedragen door ronde en getorste pilaren. Het uurwerk verschilt nauwelijks van dat in de wandklokken. De eikenhouten kast is gefineerd met noten- of palissanderhout en vaak ingelegd met bloemmotieven, medaillons of sterren. Onder invloed van de late barok ontstond aan het begin van de 18de eeuw een rijker versierde kast met hoge, getoogde kap en fraai houtsnijwerk. De aandrijfgewichten hangen aan snaren; de uurwerken lopen acht dagen en soms zelfs een maand. Na ca. 1790 werden deze kostbare klokken niet meer gemaakt. Bij ons werd de productie gestaakt; in Engeland werd een inmiddels ontstane goedkopere versie, de zogenaamde grandfather clock, nog tot het midden van de 19de eeuw gemaakt.

Afbeelding: klik voor een uitgebreide fotoreportage op de foto.







.Bronvermelding    |    Top


Staartklokken

Tegen 1800 ontstond de Friese staartklok, waarvan de productie tot de Eerste Wereldoorlog werd voortgezet; de grootste bloei duurde tot 1870. De staartklok heeft het uurwerk van de stoelklok, maar bezit een lange slinger met ankergang. Het uurwerk wordt geheel omsloten door een schuifbare, getoogde kap met glazen deur en kleine glazen raampjes in de zijkanten. Uurwerk en kap rusten op een console, die aan een lange wandplank is bevestigd. Onder de console is de wandplank dubbelwandig en wordt de zogenaamde staart gevormd. Hierin beweegt de slinger, waarvan het gewicht zichtbaar is achter een ovaal venster, dat is versierd met een latoenkoperen ornament. De kap wordt bekroond door een Atlasfiguur in het midden en bazuinblazende engelen aan de zijkanten. Later werden deze figuren wel vervangen door vergulde vaasvormige houten klossen of latoenkoperen medaillons. Op de verticale stijlen van het deurtje bevinden zich vaak zwarte zuiltjes met vergulde basementen en kapitelen. De wijzerplaat is beschilderd. De kast bestaat uit soms gepolitoerd eikenhout; ook mahoniehout of wortelnoten komt voor. Een kleine variant van de Friese staartklok is het kantoortje, de opvolger van het notarisklokje. Het stoelschippertje werd opgevolgd door het staartschippertje.
.Bronvermelding    |    Top


Staartschippertje

Kleine variant van de Friese staartklok.
.Bronvermelding    |    Top


Stackfreed

Balans en foliot bewogen zeer ongelijkmatig en waren uiterst gevoelig voor de gestaag afnemende kracht van een aflopend veerwerk, dat in draagbare uurwerken nu eenmaal noodzaak was. Dit euvel werd aanvankelijk ondervangen met de stackfreed, een stalen schijf die de veerdruk reguleerde. In de 15de eeuw werd de stackfreed verdrongen door de snek.
.Bronvermelding    |    Top


Stellingpoten

Zie Platinepoten.
. Top


Stoelklokken

Aan het begin van de 18de eeuw ontstond de Friese stoelklok, die tot omstreeks 1850 is gemaakt. Tientallen kleine klokkenmakers stelden de klokken samen, waarvan veel onderdelen meestal in huisarbeid waren gemaakt. De wandplank van deze klok is aan weerszijden uitgezaagd in de vorm van meerminnen of papegaaien, soms ook eenvoudig oorvormig. Dakje en voorzijde van de kast zijn versierd met vergulde loden ornamenten en de zijkanten zijn voorzien van glazen deurtjes. Het houtwerk is beschilderd, evenals de wijzerplaat. De korte slinger hangt tegen de wandplank. De Friese stoelklok kent enige varianten. Het stoelschippertje of tukkertje is een kleine uitvoering, speciaal voor aan boord van de trekschuiten en beurtschepen. De uiterst korte slinger is vast aan de spil bevestigd, om zo weinig mogelijk hinder te ondervinden van het rollen en slingeren van het schip. Zeer kleine Friese klokken zonder vaste slinger-spilbevestiging worden notarisklokjes genoemd.

Klik hier voor foto's en informatie over de waarde van stoelklokken.

Zie ook:
Stoelklok
| Drentse stoelklok
Groningse stoelklok | Friese klokken
Zaanse klokken









antiek klokken | Antieke Friese stoelklok
Friese stoelklok Vergroot foto

antiek klokken | Antieke Zaanse stoelklok
Zaanse stoelklok Vergroot foto

.Bronvermelding    |    Top


Stoelschippertje

Het stoelschippertje of tukkertje is een kleine uitvoering van de Friese stoelklok, speciaal voor aan boord van de trekschuiten en beurtschepen. De uiterst korte slinger is vast aan de spil bevestigd, om zo weinig mogelijk hinder te ondervinden van het rollen en slingeren van het schip.
.Bronvermelding    |    Top


Stopwatch

Horloge met centrale secondenwijzer en stopinrichting, voor het eerst ca. 1700 toegepast als hulpmiddel voor artsen om de pols te controleren.
.Bronvermelding    |    Top

Klokken & horloges alfabetisch gedeelte


A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z


. Top





Visie | Disclaimer | Bronvermelding | Contact | ©2006-2010 Antiek-Encyclopedie.nl