U bevindt zich hier: Home > Artikelindex > Goud & zilver > Goud & zilver T t/m Z
Tafelsierstuk Zie Surtout. Tankard (Eng.) Hoge kruik met deksel, in Engeland veelal in zilver uitgevoerd.
Tantalusbeker Beker waarin een hevel zodanig is aangebracht dat, wanneer de beker vol is, al het vocht van onderen wegvloeit; de hevel is meestal verborgen in een kleine figuur die Tantalus voorstelt. Zodra het water zijn lippen bereikt, stroomt het weg.
Taste-vin (Fr. wijnproever) Ondiep bakje van gedreven of onbewerkt zilver of van tin, voorzien van een of twee handvatten, door keurmeesters gebruikt om de wijn te proeven. Werd in Europa vanaf de middeleeuwen gemaakt, maar de oudste bewaard gebleven exemplaren stammen uit de 17de eeuw.
Tazza (It. kop, schaal) Glazen, gouden of zilveren drinkschaal met wijde, ondiepe kelk met stam en voet, of rechtstreeks op de voet gemonteerd. De kelk is plat of licht gewelfd, met of zonder rand. Deze vorm komt in de 16de eeuw veel voor bij de Venetianen en wel in cristallo of gekleurd glas, dikwijls in combinatie met email en verguldsel. In de late 16de en 17de eeuw werd de tazza met diamantgravering versierd. De vorm verspreidde zich met de façon de Venise snel door heel Europa.
De Nederlandse tazze zijn bijzonder fraai: met gedreven mythologische, bijbelse of andere voorstellingen, uitvoerig gedecoreerd met repoussé-werk en aan de binnenkant versierd met een ronde, gedreven plaquette.
Theeschepje Zilveren lepel met korte steel, in gebruik vanaf laatste helft 18de eeuw. De lepelbak is dikwijls uitgevoerd in de vorm van een schelp of een blad.
Thistle cup (Eng.) Schotse drinkkroes met wijde rand, gewelfde romp en oor, beide versierd met geappliqueerde ornamenten in de vorm van een lepelsteel. De vorm doet aan die van een distel denken. Werd vanaf het eind van de 17de eeuw gemaakt.
Toreutiek (Gr. Toreuein = ciseleren) De kunst van het aanbrengen van drijfwerk in edel metaal.
Trinkschiff (Du.) Verguld zilveren bokaal uitgevoerd in de vorm van een fantastisch, getuigd en bemand zeilschip. Er bestaat een type op voet, (in Frankrijk nef geheten) en een dat op vier wielen rijdt. Het laatste is voorzien van een bol zeil en een als boegkanon vermomde drinktuit; het behoort tot de snakerijen uit de 17de eeuw.
Trinkspiel Mechanische surprisebokaal in dierengedaante, die men op tafel kon laten rondrijden. Pas nadat de kop was afgelicht, bleek dat men er uit kon drinken. Triton In de Griekse mythologie zoon van Poseidon; wordt voorgesteld als een krachtig gebouwde man met baard. Zijn lichaam eindigt in een enkelvoudige of dubbele vissenstaart. In de kunst van de barok treft men vaak groepen tritonen en nereïden aan.
Tulpenbeker Onversierde vaas met ronde bodem en wijde, trechtervormige hals. De grootste verspreiding is langs de Rijn.
Tulp-ornament. Veel voorkomend motief op 17de eeuws zilver.
Tumbler (Eng.) Klein, rond, zilveren drinkbekertje zonder voet, met een zware, naar buiten toe afgeronde bodem die het omvallen onmogelijk maakte; 17de en 18de eeuw, voornamelijk Engels. De bekers zijn meestal onbewerkt, sommige gegraveerd. Behoorde waarschijnlijk oorspronkelijk bij reisnecessaire.
Tweede keur Stelden de Zuidelijke Nederlanden al in 1603 algemene regels vast voor het aangeven van het gehalte, in 1663 volgden de staten van Holland en Westfriesland met uniforme regels. Hierbij werd 'eerste' of 'groot' keur gesteld op 934, 'tweede' of 'klein' keur op 833. Het 'eerste' of 'groot' keur moest aangeduid worden met de provinciale leeuw, het wapen van Holland met de klimmende leeuw. Veerpatroon of verenrand Gegraveerde randversiering van zilveren borden en schalen, bestaande uit fijne, schuine streepjes. Tweede helft 18de eeuw.
Vergulden Door dompeling werd goudamalgaan op het werkstuk aangebracht, dat vervolgens in het vuur werd verhit. Het kwik verdampte en een goudlaagje bleef achter. De kwikdampen die hierbij vrijkwamen waren zeer schadelijk voor de gezondheid en rond 1830 werd deze werkwijze overal verboden. Vermeil (Fr., Eng. Ormolu) Verguld zilver of koper. Oorspronkelijk alleen gebruikt voor vuurverguldsel van rode tint, zoals in Frankrijk in de 18de eeuw erg in de mode was.
Verseuse (Fr.) Chocoladekan of koffiekan met houten oor of horizontaal handvat, dat dwars op de gietrand staat. Een zeer vroeg, conisch model van theepot heeft eveneens een dwarsstaand oor. Vleesschotel Grote, zilveren schaal, die sinds de middeleeuwen in gebruik was voor het serveren van vlees of vis. De oudste bewaard gebleven exemplaren dateren uit de 17de eeuw. De schotel is meestal ovaal, met onbewerkte vlakke rand, waarlangs een sierrand is aangebracht. In het begin van de 19de eeuw werd de zilveren schotel voor dagelijks gebruik verdrongen door de porseleinen schotel. Vrijmetselaarsdoos Engelse snuifdoos van zilver of verzilverd materiaal, voorzien van ingegraveerde vrijmetselaarssymbolen. Komt vanaf het eind van de 18de eeuw voor.
Vuurvergulden Zie vergulden Waterblad Enigszins gerekt, hartvormig, gestileerd blad als ornament van lijsten; veel voorkomend in de zilversmeedkunst van de late 18de eeuw.
Willkomm Zie Gildenbokaal Wijnkoeler Vaatwerk met twee handvatten van zilver, goud of verguld zilver, op lage voet of pootjes. Diende om een fles wijn koel te houden. Krater-, urn- of kuipvormig; meestal met losse binnenwand, soms op blad. In Europa in gebruik vanaf het eind van de 17de eeuw. Wijnproever Zie Taste-vin.
Zilveren speelgoed Werd vooral vanaf de 18de eeuw gemaakt. Veelal huishoudelijke voorwerpjes en meubeltjes voor poppenhuizen en poppenkamers. Ze werden bijzonder fraai uitgevoerd, zowel gedreven als gegoten. Waren ook toen al zeer kostbaar.
Zilverkas Oudhollandse term die zowel op een vitrinekast voor zilver als op een zilverwinkel betrekking kan hebben. In aansluiting hierop werd de eigenaar van een zilverwinkel tot in het begin van de 18de eeuw ‘kashouder’ genoemd.
Zoutvat Aan tafel nam het zoutvat in de middeleeuwen een belangrijke plaats in; het vervulde naast zijn eigenlijke ook een symbolische functie. Het grote, ceremoniële zoutvat stond vóór de heer des huizes of vóór de eregast op tafel; hieruit werden kleinere zoutvaten gevuld. Tegen het eind van de 17de eeuw werd het een zuiver gebruiksvoorwerp. Het bleef echter open en kreeg nooit de vorm van een strooier. Vooral klosvormen kwamen toen voor en tijdens het rococo ook schelpvormen op pootjes. Kort voor 1800 kwamen ronde en ovale zoutpothouders in de mode; deze waren ajour bewerkt en droegen een blauw-glazen binnenbakje. Goud & zilver alfabetisch gedeelte A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
|