Antieke meubelen: K-L
Antiek-Encyclopedie.nl: Het informatiepunt voor de antiekliefhebber.




Kabinet

Oudhollands meubelstuk (vanaf begin 17de eeuw) vaak van kostbaar hout, oorspronkelijk een kast met deuren (waarachter vakjes) op een hoog voetstuk. Later met laden van onderen, (of geheel met deuren gesloten) waarachter zich laden en vakjes bevinden, om papieren, pronkstukken en kunstvoorwerpen op te bergen.

Klik hier voor meer foto's en informatie over de waarde van kabinetten.




.Bronvermelding    |    Top


Kamferkist

Eenvoudige langwerpige kist meestal op lage (bol-)poten, gemaakt uit tropisch insectenwerend kamferhout, met uitgezaagd koperen beslag, dat zowel een beschermend als een decoratief doel heeft. 18de-Eeuws.
.Bronvermelding    |    Top


Kandelaberornament

Symmetrische vulling van een verticaal veld in de vorm van een gestileerde kandelaber. Veel toegepast op stijlen en pilasters van Nederlandse renaissancekasten.
.Bronvermelding    |    Top


Kapregel

Bovenste regel aan de rugleuning van een stoel.
.Bronvermelding    |    Top


Kaptafel

Zie Toilettafels.
. Top


Kariatide

Vrouwelijke figuur, die de rol vervult van een zuil door het hoofdgestel te ondersteunen.
.Bronvermelding    |    Top


Kastentisch

Zie Betaaltafel.
. Top

Kaunitz

(Du.) Contemporaine benaming voor het cilinderbureau uit het laatste kwart van de 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Keeft of Friese kast

Noord-Nederlandse 17de eeuwse kast uit Westfriese, vooral Friese omgeving, verwant aan de kolommenkast. Karakteristiek is de behandeling van de panelen van de deuren die aan de bovenzijde een in bas-reliëf gestoken boogvorm bevatten, steunend op twee pilasters. De bovenkant van dit poortje is rijk voorzien van snijwerk waarin vogelmotieven zijn verwerkt. Er bestaan twee soorten keeften. De ene is een vierdeurskast, met aan de hoekstijlen kolommen ter hoogte van de hele kast, en korte kolommen boven en onder de middenregel: de panelen van de bovendeurtjes zijn vaak vervangen door traliewerk van slanke balusters, met daarachter nog een stel ajour uitgezaagde panelen. De andere is een tweedeurskast met twee hoekkolommen en een middenkolom van deurhoogte.
.Bronvermelding    |    Top


Keellijst

Talaan of peerkraal, holle lijst bestaande uit twee tegen elkaar geplaatste hielojieven.
.Bronvermelding    |    Top


Keldertje

Bergvak onder opklapbaar gedeelte van het bovenblad van een toilettafel of side-board, voor het opbergen van flacons met likeuren of reukwater. Oorspronkelijk was het keldertje een los kistje.
.Bronvermelding    |    Top


Kerfsnijwerk

(v. Du. Kerbschnitt) Het uitsteken van eenvoudige, geometrische patronen in de vlakke plank, een oeroude tak van volkskunst die in veel landen voorkomt.
.Bronvermelding    |    Top


Kerkstoeltje

Vouwstoeltje, meestal op zijdelings geplaatste X-poten; de twee naar achteren hellende poten lopen naar boven door en vormen de stijlen van de rugleuning. De zitting wordt gevormd door een tussen de voorste en de achterste regel gespannen lap stof of leer. In Frankrijk kwamen soortgelijke stoeltjes voor onder de naam perroquet (papegaai).
.Bronvermelding    |    Top


Kinderstoel

Uit zes of acht planken opgebouwd, gesloten meubeltje, dikwijls met ornamentale motieven beschilderd. Stamt uit de 17de eeuw; tot in de 20ste eeuw op het platteland algemeen.
.Bronvermelding    |    Top


Kingwood

(Eng., Fr. bois du Roi) Sterk getekende donkere houtsoort die op rozenhout lijkt. Waarschijnlijk dateert de Franse naam uit de tijd van Lodewijk XIV, die een voorliefde gehad zou hebben voor deze mooie houtsoort. Zeer vaak toegepast tussen 1700 en 1750 in Frankrijk en Engeland als fineer- en inleghout.
.Bronvermelding    |    Top


Kist

Tijdens de Middeleeuwen waren kisten de belangrijkste bergmeubelen. Ze werden in groten getale voor de meest uiteenlopende doeleinden gemaakt. De kist is een bergruimte met een scharnierend deksel. Hij staat meestal op voeten, zodat de inhoud niet blootgesteld wordt aan eventueel vocht op de vloer. Specifieke reiskisten werden voorzien van – meestal smeedijzeren – hengsels en een afgerond deksel. Verder waren er ook specifieke reiskisten die geen poten hebben en soms voorzien waren van handvatten. Kisten werden gemaakt vanaf de 13de eeuw door timmerlieden.


Klik hier voor meer foto's en informatie over de waarde van kisten.




.Bronvermelding    |    Top

Houtsoorten kisten

In Noord-Europa werd eikenhout, in het zuiden notenhout gebruikt bij de fabricage van kisten. Vurenhouten kisten, ouder dan de 19de-eeuwse exemplaren, komen door houtworm en houtrot nauwelijks voor, hoewel er vermoedelijk meer gemaakt zijn dan de schaarse overgebleven exemplaren suggereren. Het aromatische hout van de cypres en de ceder is insectenwerend en werd daarom, vooral in Italië en het zuidelijk Alpengebied, gebruikt voor kisten die bestemd waren voor de opslag van textiel. Iepen- en lindenhout werden vooral in Zuid-Duitsland en Zwitserland gebruikt, kastanje en notenhout in Zuid-Frankrijk. Ook het gebruik van verschillende houtsoorten voor een kist was niet ongebruikelijk.
.Bronvermelding    |    Top

Constructie kisten

Een eenvoudige kist bestaat uit een zestal planken (ook wel zes planken kist genoemd), verbonden door spijkers en zwaluwstaartverbindingen, met uitstekende delen aan de korte zijden als poten. Bij de Franse huche (trog) zijn de planken van voor- en achterzijde gevat in brede verticale stijlen, die verder naar beneden de poten vormen. Dit type kist heeft dus poten aan voor- en achterzijde. Bij een ander type bevinden de poten zich aan de beide zijkanten. De constructie met ingeklemde of ingelaten panelen werd in Duitsland nog tot in de 18de eeuw toegepast, ook voor de fraaiere exemplaren, terwijl de rest van Europa al een constructie met panelen in een geraamte gebruikte. Dit soort kist (met vergaarwerk), werd vanaf de 15de eeuw tot en met de kopieën in de 19de eeuw, in groten getale gemaakt. De vier zijden van de kist werden gevormd door een raamwerk van horizontale regels en door verticale stijlen, die op de hoeken verlengd werden tot poten. Dunnere panelen met afgeschuinde randen werden geplaatst in groeven, aangebracht in het raamwerk. De deksel kon eveneens met zo’n panelenconstructie uitgevoerd zijn of bestond uit met klampen samengevoegde planken. Veel kisten waren binnenin voorzien van een afsluitbaar houten ‘kluisje’, waarin men kostbare spullen opborg.
.Bronvermelding    |    Top

Decoratie van kisten

Naast houtsnijwerk, de meest gebruikelijke versieringsvorm, konden kisten worden voorzien van intarsia van contrasterende houtsoorten, been en parelmoer. Het meest uitvoerige inlegwerk komt voor op exemplaren gemaakt in de Nederlanden of Duitsland, of op kisten die door ambachtslieden uit deze landen in Engeland gemaakt werden in de late 16de en de 17de eeuw: architectonisch inlegwerk van landschappen met gebouwen in een ingewikkeld mozaïek van houtsoorten. In Scandinavië, Oost-Europa, Zwitserland en Oostenrijk werden vurenhouten kisten beschilderd met per regio wisselende bloemmotieven. In de l9de eeuw werd het beschilderde vurenhout ook in Engeland populair, maar beperkte de decoratie zich tot het schilderen van faux bois en faux marbre (namaak houtnerf en marmer). Panelen in kisten werden vaak voorzien van gesneden gotische briefpanelen. Gestileerde planten, geometrische motieven, ‘geteld geld’ en verzonken poortmotieven waren favoriete versieringen op regels en panelen. Snijwerk in haut-reliëf komt voor op Noord-Europese kisten uit de Middeleeuwen en de Renaissance.
.Bronvermelding    |    Top


Kistenmaker

Omstreeks 1400 begonnen meubelmakers zich los te maken van het gilde der timmerlieden. In alle landen waar deze verandering zich voltrok werd in de naam van het nieuwe gilde steevast de kistenmakerij benadrukt: hier sprak men van kistenmaker of schrijnwerker. In Duitsland van Schreiner, Kistner of Kästner, in Frankrijk van huchier-menuisier, In Italië van cassaio.
.Bronvermelding    |    Top


Klap-aan-dewand of flap-aan-de-wand

(Zaans) Ronde tafel op drie poten die opklapbaar is. In de 17de eeuw was de tafel van snijwerk voorzien. De Zaanse en Hindelooper tafels zijn beschilderd.
.Bronvermelding    |    Top


Klaptafels

Samenvattende benaming voor verplaatsbare, kleinere, vaak ronde tafels die op- of ingeklapt tegen de wand geschoven, een bescheiden plaats innemen. Het vroegste type dateert uit de middeleeuwen en is een driepoottafel met kantelbaar blad. In Nederland bekend als Achterhoekse of Gelderse boerentafel. Laatmiddeleeuws is de hangoortafel, die een brede plank als vast blad heeft, met aan één of twee van de lange zijden een afhangend, uitklapbaar blad. Hiervan bestaan tal van later afgeleide vormen.
.Bronvermelding    |    Top


Klauwpoot

Voet in de vorm van een klauw, oorspronkelijk uit het oosten afkomstig. Veel toegepast bij 18de eeuwse stoelen en zilveren vaatwerk (claw-and-ball).
.Bronvermelding    |    Top


Klismos

Griekse stoel uit de Oudheid met sabelvormige poten; de voorpoten zijn hol naar voren, de achterpoten hol naar achteren gebogen en lopen bij de zitting door - ter besvestiging van de om het lichaam heen buigende lendenregel -. In de periode van het classicisme was deze stoelvorm zeer geliefd in Engeland en Frankrijk.
.Bronvermelding    |    Top


Knee-hole

(Eng) Rondom gesloten nis in schrijfmeubelen, als ruimte voor de knieën.
.Bronvermelding    |    Top


Knee-hole chest-of-drawers of bureau table

(Eng.) Schrijfbureautje met twee smalle ladenblokken op bracket feet. Stamt uit begin 18de eeuw. Voorloper van de classicistische pedestal desk.
.Bronvermelding    |    Top


Kniepoot

Zie Cabriole-poot.
. Top


Knor

(Fr.: godron) Lijstmotief bestaande uit halve cilindervormen, afgerond aan de uiteinden, op een korte afstand regelmatig naast elkaar geplaatst.
.Bronvermelding    |    Top


Kolom- kussenkast

Variant van de 17de eeuwse barokke kussenkast.
.Bronvermelding    |    Top


Kolommenkast

Variant van de 17de eeuwse barokke kussenkast.
.Bronvermelding    |    Top


Kolommentafel

Meubel uit de renaissance, waarvan de poten worden gevormd door Ionische of Dorische zuilen. Er bestaan twee typen: 1. met vier poten die rusten op een raam van zwarte voetregels; 2. een variant met zes of acht poten met één middenregel, in drieën gedeeld door twee kruisregels; zes poten rusten op de uiteinden van drie regels, de twee overige eventueel op de twee kruisingen. Beide typen hebben voetklossen onder de regels, loodrecht onder de poten.
.Bronvermelding    |    Top


Kompagniemeubelen

Zie Compagniemeubelen.
. Top


Kompas

Cirkelvormige versiering in een gotisch deurtje.
.Bronvermelding    |    Top


Koorlessenaar

Houten lezenaar op draaibare voet die in het koor van de kerk was opgesteld. Er werden grote zangboeken (gradualen of antifonariën) op neergezet voor de koorknapen. Koorlessenaars kunnen zowel enkel- als dubbelzijdig zijn. Vaak heeft de console onder het lessenaarsblad de vorm van een adelaar (adelaarslessenaar), symbool van St.-Johannes de Evangelist.
.Bronvermelding    |    Top


Kopshout of eindelingshout

Zijde van het hout die de dwarsdoorsnede van de vezels vertoont.
.Bronvermelding    |    Top


Korenaarstoel

Stoel met een rugleuning van zorgvuldig gebogen en gerangschikte spijlen in de vorm van een gestileerde korenschoof. Frans, eind 18de- begin 19de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Korf

Ornament bestaande uit een hoge of brede, soms trechtervormige, gevlochten mand gevuld met vruchten, bloemen en bladeren.
.Bronvermelding    |    Top


Kraallijst

Ornamentband bestaande uit ronde kralen, telkens afgewisseld door twee platte schijfjes, ook bekend als astragaal.
.Bronvermelding    |    Top


Kruispoottafel

Smalle tafel op schraagvoeten (X-vormig verkeepte poten), onderling verbonden door een lange middenregel, al dan niet gecombineerd met twee voetregels. Zwaar uitgevoerd meubel, in Midden-Europa in naaldhout wel toegepast als volksmeubel, in Engeland zeer karakteristiek meubel van de latere Age of Oak uit de 16de en de eerste helft van de 17de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Kruisregel

X- of H-vormige dwarsverbinding tussen de poten van stoelen, tafels, en soms kasten.


Kunstkabinet

Een nieuw soort pronkmeubel aan het eind van de 16de eeuw. Alles wat kostbaar was kwam in aanmerking om de pracht van deze kabinetten te verhogen. Bijvoorbeeld kopieën in miniatuur naar beroemde schilderijen, of panelen van Chinees lakwerk die meestal uit kamerschermen werden gehaald. Met name van het zwarte ebbenhout werd gretig gebruik gemaakt door het nieuwe gilde van de plakwerkers of ebenisten zoals zij zich graag noemden.
.Bronvermelding    |    Top


Kussenkast

De tweede helft van de 17de eeuw transformeerde de panelenkasten van de renaissance tot barokke kussenkasten (de panelen van de deuren zijn als kussens bewerkt), met geribbelde lijsten van ebbenhout (robbellijsten). Kroonlijsten en basementen werden sterk geprofileerd.
.Bronvermelding    |    Top


Lacca

(It., lakwerk) 18de Eeuwse, bont beschilderde meubels. Meestal florale of religieuze motieven.
.Bronvermelding    |    Top


Lacca contrafatta

(It.) Imitatie lakwerk, waarvan de techniek grotendeels berustte op het plakken van uitgeknipte papierpatronen op het meubeloppervlak, dat van tevoren in egale kleuren werd beschilderd. Het geheel werd ten slotte gelakt. Vooral toegepast bij schrijftafels en bergmeubelen in de 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Ladegreep

Handvat waarmee men een lade kan opentrekken. De vorm is meestal sterk verbonden met de heersende mode.
.Bronvermelding    |    Top


Ladenkast

In de 17de eeuw was de kist nog het belangrijkste bergmeubel, maar daarnaast werd in die tijd de ladenkast, zoals wij die nu kennen, ontwikkeld. Langzaam werd het model steeds aangepast en gewijzigd tot de meest praktische en ideale vorm ontstaan was. Pas aan het eind van deze eeuw kreeg het de verdeling met oplopende laden, bovenaan de laagste en naar beneden steedse hogere en werd de zwaluwstaartverbinding algemeen toegepast. Tot aan deze tijd werden ladenkasten vooral met gespijkerde verbindingen uitgevoerd. Veel van deze kasten werden toen nog geplaatst op onderstellen met getorste, dubbel getorste of voluutvormige poten, zodat ondanks de hoogte van anderhalve meter de bovenste laden makkelijk toegankelijk waren. Aan het eind van de 17de eeuw werd het onderstel weggelaten en rustte de ladenkast direct op kleine bolpoten en later op klampvoeten (vanaf ca. 1725). Het was zeer gebruikelijk om poten, gesleten door gebruik of houtworm, te vernieuwen. Dit gebeurde ook wel om een meubel ‘moderner’ te maken en aan de heersende mode aan te passen. Het grootste deel van de George-II en George-III ladenkasten is simpel. Ze dateren uit de 18de en 19de eeuw en zijn over het algemeen van eiken- of mahoniehout gemaakt. De bladranden zijn afgeschuind, rechthoekig of gegolfd boven oplopende laden en de onderregels zijn doorgaans gegolfd met klampvoeten. Door zijn gebruikswaarde was de ladenkast verzekerd van een voortdurende populariteit. Het meubel werd beschouwd als een onmisbaar deel van de inrichting en werd in groten getale in heel Europa geproduceerd.









.Bronvermelding    |    Top

Constructie en houtsoorten ladenkasten

In de Lage Landen en Engeland werden de zware massief eikenhouten ladenkasten in het midden van de 17de eeuw gemaakt door schrijnwerkers. Tegen het eind van de eeuw werd de meubelmaker steeds belangrijker en werkten schrijnwerkers nog slechts op het platteland. Vaak werden ladenkasten in twee delen gemaakt. De zijwanden zijn meestal voorzien van losse panelen. De laden liepen, met behulp van in de laden aangebrachte sleuven, in tegen de zijwanden aangebrachte rails. De constructie is meestal zichtbaar en draagt bij tot de aantrekkelijkheid van deze meubelen. Ladenkasten die gemaakt werden in de grote meubelmakerscentra werden nu voorzien van een eikenhouten binnenwerk; zwaluwstaartverbindingen werden toegepast in laden en het raamwerk. Het voor pen-en-gatverbindingen noodzakelijke dikke hout kon daardoor vervangen worden door dunner hout, de laden liepen voortaan op regels onder de laden. In Spanje en Italië waren de modellen logger en zwaarder van constructie, het binnenwerk meestal van vurenhout en de zijwanden voorzien van panelen. In Midden- en Noord- Europa werden de zwaluwstaartverbindingen verfijnder, dit in tegenstelling tot Italië, waar tot in de 19de eeuw de vormgeving zwaarder bleef.

Hoewel in Engeland de hele 17de eeuw eikenhout de belangrijkste houtsoort was voor massieve meubelen, werd het fraai getekende notenhout in toenemende mate populair als fineer voor kostbaarder stukken. Door de nauwe contacten tussen Nederland en Engeland onder stadhouder koning Willem III en later Queen Anne, komen in Nederland vanaf ca. 1700 tot 1725 ladenkastjes in Engelse stijl voor. Deze met wortelnotenhout op een eikenhouten kern gefineerde meubelen zijn zeer gezocht, hoewel niet altijd is vast te stellen of ze in Engeland of Nederland gemaakt werden. In Spanje en Italië werd massief notenhout gebruikt. In Frankrijk werden al vroeg geïmporteerde exotische houtsoorten gebruikt. Ebbenhout verleende zijn naam aan meubelmakers die gefineerde stukken produceerden, de ébénistes. Aan het eind van de 17de eeuw werden ladenkasten steeds fraaier versierd met oester- en zeewierfineer, wortelnoten fineer en bloemen marqueterie. Deze snelle ontwikkeling in het uiterlijk van de ladenkast zou zich de hele 18de eeuw voortzetten. De ladenkast werd als nieuw meubelstuk snel opgenomen in de welvarende Europese huishoudens. Hij werd populair in verschijningsvormen als commode, bachelor’s chest of chest on chest, waarvoor meestal eikenhout werd gebruikt.

.Bronvermelding    |    Top




Ladenkast met schrijflade

Het front van een dergelijke lade kon neergeklapt worden en na uittrekken van de lade had men een schrijfblad, laatjes en opbergvakken. De fraaiste exemplaren zijn voorzien van notenfineer, ingelegd met tin, parelmoer en ivoor.

Klik hier voor meer foto's en informatie over de waarde van Ladenkasten.




.Bronvermelding    |    Top


Lambrequin

(Van het Vl. lamferken = sluier) Horizontaal hangende reep textiel, waarvan de onderste rand tot grove zaagtandpuntjes is uitgesneden en al of niet voorzien is van franjes of kwastjes. Dikwijls is een stoffen lambrequin nagebootst in hout.
.Bronvermelding    |    Top


Lancet-back

(Eng.) Rugleuning die drie naast elkaar geplaatste gotische spitsbogen omsluit. Populair in het Engelse Georgian gothic.
.Bronvermelding    |    Top


Laub- und Bandelwerk

Zie Bandelwerk.
. Top


Ledikant

(v. Fr. lit de camp, ook wel aangeduid als veldkoetse of lit français) Begrip dat in Nederland ingeburgerd raakte tijdens de 17de eeuw als contrast met de nationale slaapstede, de bedstee. In de 17de – 18de eeuw was het meubel voorzien van een bedhemel die rustte op vier stijlen (Eng.: fourposter), maar ook wel was opgehangen aan de zolderbalken. Rondom hingen gordijnen, waarvan de bevestiging aan de hemel schuilging onder een lambrekijn; de zomen waren afgezet met passementen.
.Bronvermelding    |    Top


Leesstoel

Speciaal voor het lezen geconstrueerde stoel, waarvan twee grondtypen bestaan: 1. een model, in omloop gebracht door Sheraton ca. 1790, waarin men schrijlings en achterstevoren plaatsneemt als bij de voyeuse, en waarbij de rugleuning als lessenaar fungeert; 2. een makkelijke stoel met de lessenaar als een draaibare constructie bevestigd aan een van de armleuningen, zoals bij een kinderstoel. De meest consequente uitvoeringen zijn voorzien van draaibare kandelabers.
.Bronvermelding    |    Top


Lessenaar

Schuinstaand of schuin stelbaar boekenplankje, bestemd om een open boek of een blad papier op te leggen. In de middeleeuwen zeer algemeen in gebruik vanwege het grote formaat en gewicht van de boeken. Het gebruik zakt met de tijd af tot het gereserveerd blijft voor de bijbel en muziek. In het eerste geval blijft de lessenaar - voor zover niet aangebouwd - een poot met legger, in het andere wordt hij soms opklapbaar in een tafel gebouwd.
.Bronvermelding    |    Top


Leunstoel

Zie Fauteuil.
. Top


Library screen

(Eng.) Combinatiemeubel bestaande uit een boekenstandaard, tevens te gebruiken als tochtscherm. Eind 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Library steps

(Eng.) Speciaal trapje voor de bibliotheek van herenhuizen na het midden van de 18de eeuw. Er bestaan twee grondtypen: 1. een licht, verplaatsbaar trapje van enkele treden, soms met leuning; 2. een vouwtrapje, dikwijls op vernuftige wijze gecombineerd met een andere functie bijv. van een stoel of tafel.
.Bronvermelding    |    Top


Library table

(Eng., bibliotheektafel) Algemene term voor grote tafels waaraan men kan schrijven of lezen. In aanmerking kwamen vooral de pedestal table (bureau ministre) en de drum table.
.Bronvermelding    |    Top


Liermotief

Ontleend aan de Griekse oudheid. Vanaf de Renaissance weer toegepast, o.a. in de Lodewijkstijlen. Het vond zijn hoogtepunt in het empire en daarmee overeenkomende stijlen in Engeland en bleef van toepassing in de Biedermeiertijd.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à barreaux

(Fr.) Populaire vorm van bed, rond 1820 veel voorkomend op het platte land in Frankrijk. Het heeft aan hoofd- en voeteneinde, evenals aan de zijkanten houten kolommetjes of spijlen, meestal aan alle zijden bekleed met kleurig damast.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à colonnes

(Fr.) Ledikant met vier kolommen en zuilen, geplaatst op de hoeken naast hoofd- en voeteneinde, waarop een hemel of baldakijn met damast, dat vlak tegen de muur achter het hoofdeinde afhing. Dit bed heeft geen zijstukken, hoofd- en voeteneinde hebben gedecoreerde panelen, monumentaal van karakter.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à couronne

(Fr.) Schipvormig bed overdekt met een ovale kroonbaldakijn, waarvan zijden draperieën en bedgordijnen in gebogen lijnen afhangen over de uiteinden. Het wordt in de lengte tegen de muur geplaatst, die ook door draperieën aan het oog wordt onttrokken. Vooral voorkomend tijdens de Restauration en de Louis Philippe-periode.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à la dauphine

(Fr., dauphine = gemalin van de kroonprins) Ledikant met baldakijn, dat met metalen stijlen is bevestigd aan het hoofd- en voeteneinde. Dateert uit de 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à la duchesse

(Fr.) Statiebed opgesteld met het hoofdeinde tegen de muur, voorzien van een baldakijn ter grootte van het bed. Het baldakijn is bevestigd aan de muur en meestal ook aan de zoldering.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à l’anglaise of lit en niche

(Fr.) Sofa-achtig ledikant met drie zijwanden, waarvan de wand over de lange zijde het hoogst is. Bestemd om in een alkoof te worden geplaatst. Vaak zonder gordijnen, overdag afgedekt met een zijden kleed waarop links en rechts een rolkussen. Populair in de tijd van Lodewijk XVI.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à la polonaise

(Fr., polonaise = Poolse) Bed met hoofd- en voeteneinde van gelijke hoogte; op de hoeken ijzeren roeden, die omhoog en naar binnen gaan en samenkomen in een met kostbare weefsels beklede koepel, waaruit vier gordijnen links en rechts om het bed vallen. Elk gordijn werd sierlijk tegen een van de roeden gedrapeerd. Dit sierlijke ledikant was zowel in de Lodewijk XV- als in de Lodewijk XVI- periode in de mode.
.Bronvermelding    |    Top


Lit à la turque

(Fr.) Overdwars tegen de muur geplaatst ledikant, omsloten door een achterstuk met twee zijstukken. Het voorstuk ontbreekt, zodat de matras zichtbaar blijft, waarop een rolkussen aan hoofd- en voeteneinde rust, wanneer het is opgemaakt. Midden boven het bed komt een gebogen, vierkant, tamelijk klein baldakijn uit de muur, waaruit rechts en links een gordijn van zijde afhangt, aan weerskanten door ‘embrasses’ aan de muurkant samengenomen. Tussen 1750 en 1785.
.Bronvermelding    |    Top


Lit breton

(Fr.) Bedstede.
.Bronvermelding    |    Top


Lit-clos

(Fr.) Beddenkoets.
.Bronvermelding    |    Top


Lit d’ange

(Fr.) Ledikant dat met het hoofdeinde tegen de muur werd geplaatst; het heeft een langwerpig, rechthoekig baldakijn, dat hoogstens tot tweederde van de bedlengte reikt. Hoofd- en voeteneinde zijn heel laag, het voeteneinde het laagst. Meestal in kostbare houtsoorten.
.Bronvermelding    |    Top


Lit de camp

Zie Ledikant.
. Top


Lit demi-clos

(Fr.) Beddenkoets zonder deuren, maar met gordijnen, die ‘s nachts worden gesloten tegen de kou.
.Bronvermelding    |    Top


Lit de parade

(Fr.) Pronkbed.
.Bronvermelding    |    Top


Lit de repos

(Fr.) Zie Rustbank.
. Top


Lit en bateau

(Fr.) Ledikant geïnspireerd op de eet- en rustbanken van de klassieke oudheid ; het werd ontworpen tijdens het empire in de vorm van een bank; het werd overlangs tegen de muur gezet. Het ledikant liep aan hoofd- en voeteneinde nauwer samen en was daar licht naar buiten omgebogen. Van daaruit liep de voorkant in een glooiende lijn heel laag naar beneden.
.Bronvermelding    |    Top


Lit en tombeau

(Fr., tombeau = graf) Kenmerkt zich door de zonderlinge baldakijnvorm. Het had een laag hoofdeinde met twee kolommen om een klein, plat baldakijn te dragen, dat slechts een halve meter over het bed stak en waarvan de gordijnen in een strakke, rechte lijn naar het voeteneinde vielen.
.Bronvermelding    |    Top


Lit français

Zie Ledikant.
. Top


Livery cupboard

(Eng., livery mogelijk afgeleid van delivery, overbrengen, overhandigen) Voorraadkast van middeleeuwse oorsprong, tot ca. 1660 in gebruik. Deuren, wanneer aanwezig, zijn voorzien van roosters of open balustrades, soms ook met ajour uitgezaagde decoratie.
.Bronvermelding    |    Top


Lodewijkstijlen

Stijlfasen die ongeveer corresponderen met de regeringsperioden van de Franse koningen: Lodewijk XIII, XIV, XV en XVI. Het is in onze taal gebruikelijk om te spreken over Lodewijk wanneer de persoon wordt bedoeld en over Louis wanneer men de stijl beoogt.
.Bronvermelding    |    Top


Lofwerk

Meestal lopend ornament dat uit golvende, gestileerde twijgen met omkrullende uitlopers van bladeren of vruchtentrosjes bestaat. In alle Lodewijkstijlen kan men er talloze voorbeelden van vinden, terwijl men het in Duitsland kent onder de benaming Laubwerkstil.
.Bronvermelding    |    Top


Loket

Vak in een kastje, bureau, kluis, enz.
.Bronvermelding    |    Top


Loper

Houten lat waarop een lade heen en weer schuift.
.Bronvermelding    |    Top


Louis XIII

In Frankrijk, 1610-1643.
.Bronvermelding    |    Top


Louis XIV

In Frankrijk, 1643-1715. Bloeitijd van de barok. Louis XIV had de gave om de eigenschappen van de barok zodanig voor zich op te eisen dat de vorsten in heel Europa er een voorbeeld aan namen.
.Bronvermelding    |    Top


Louis XV

In Frankrijk, 1715-1774. Onder de regering van Louis XV dient zich een nieuwe smaak aan, de goût pittoresque, de schilderachtige mode, vanaf 1730 ook wel rococo genoemd.
.Bronvermelding    |    Top


Louis XVI

In Frankrijk, 1774-1793. In deze tijd krijgen de stoelpoten de vorm van naar beneden dunner wordende zuiltjes met cannelures.De kleinburgerlijke geest van deze tijd verraadt zich in een voorliefde voor fragiel, popperig meubilair.
.Bronvermelding    |    Top


Low-boy

(Eng.) Ladenkastje op hoge poten, ca. 70 tot 80 cm hoog, bestaande uit twee, hoogstens drie rijen laden boven elkaar, dikwijls drie stuks naast elkaar. Hierop zijn echter allerlei variaties mogelijk; een veel voorkomende variant heeft een rij van drie laden bovenaan, het middelste vak in de onderste rij is vervangen door een uitgezaagd ornament (apron). De low-boy vormt het tweelingmeubel van de high-boy, maar komt ook los voor als toilettafel of dressoir. Zelfs zijn er low-boys als secretaire uitgerust, met een uitklapbare bovenste voorlade.
.Bronvermelding    |    Top


Luikse meubelkunst

Luik en Aken ontwikkelen in de 17de en 18de eeuw een eigen meubelstijl die de decoratieve elementen van de tijd min of meer zelfstandig verwerkt. Het vakmanschap en het gebruikte materiaal zijn uitstekend. De decoratie bestaat vooral uit voortreffelijk uitgevoerd snijwerk, dit meubilair is zelden gefineerd.
.Bronvermelding    |    Top


Meubelen alfabetisch gedeelte


A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z


. Top

 

 

Visie | Disclaimer | Bronvermelding | Contact | ©2006-2010 Antiek-Encyclopedie.nl