U bevindt zich hier: Home > Artikelindex > Meubelen > Meubelen W t/m Z
Waaiermotief Veel gebruikte ornamentvorm in het 18de-eeuwse classicisme, vooral in Engeland (Adam en Sheraton) Het bestaat uit een straalsgewijs, op visvinnen lijkend ornament, meestal opgesloten in een cirkel of eclips. Wangen (Oorspr. Du.) Insluitende zijschilden van een open haard, bank, trap of pers, óf schildvormige steunen onder een tafel. Wangentafel (v. Du. Wangentisch) Algemene term voor tafels op schildvormige steunen, meestal rustend op sleevoeten. De gotische wangentafels ontstaan pas aan het begin van de 15de eeuw. Het zijn de fijner bewerkte typen klaptafels; hun blad is in zijn geheel kantelbaar of kan gedeeltelijk worden neergeklapt of teruggeslagen. De wangen bestaan uit brede eiken delen of uit stijl- en regelwerk met panelen, of uit een combinatie van beide.
De wangentafel van de renaissance ontstaat min of meer dezelfde tijd in Italië. In tegenstelling tot de lichte gotische klaptafeltjes is het Italiaanse type groot, monumentaal en zwaar; de overdadig gebeeldhouwde wangen zijn geïnspireerd op de trapezofoor van de antieken. De wangen zijn verbonden door een of twee voetregels en torsen vaak een marmeren blad. Deze wangentafel is onverplaatsbaar (table dormante); uit praktische behoeften construeerde men ze daarom vaak als trektafel, een technische nieuwigheid die ingrijpende gevolgen had voor de tafelgebruiken: in plaats van op een lange rij te zitten aan de schragentafel schaarde men zich nu rond de tafel. Met de verbreiding van de renaissance wordt de Italiaanse wangentafel internationaal (table à l'italienne) en raken de gotische tafeltypen in onbruik. Tijdens de barok moet de wangentafel het veld ruimen voor de trektafel met balpoten. Waring & Gillow, meubelmakers Robert Gillow, de oprichter van de Gillow meubelfabriek, werd in 1704 geboren te Singleton in de streek Fylde van Lancashire. Hij werkte vanuit Lancaster en werd bekend om zijn gebruik van het populaire mahonie, dat uit West Indië werd geïmporteerd. Door zijn kundige gebruikmaking van dit materiaal groeide de tot dan toe kleine, onbekende, lokale meubelfabriek uit tot een wereldberoemde onderneming, waarvan het werk nog steeds wereldwijd wordt verzameld, gekopieerd en bewonderd. Wastafel Speciale tafel voor wasgerei. De gotische wastafels waren verkleinde uitvoeringen van de credens; van onderen in de vorm van een tafel of kast uitgevoerd, hadden deze meubelen in het midden een nis of blad voor het wasbekken en daarboven vaak nog een kastje. De daaropvolgende eeuwen werd aan lichamelijke verzorging weinig gedaan. De verschillende typen toilettafel die ontstaan aan het begin van de 18de eeuw betekenden op zichzelf nog geen doorbraak, want zij hadden meer te maken met poederen en parfumeren dan met wassen. Het tweede kwart van deze eeuw brengt echter een zekere verbetering en in de tweede helft gaat het bezit van een wastafel opnieuw tot de goede toon behoren. De 18de-eeuwse wastafel was meestal vermomd als bureau of commode, met een opklapbaar bovenblad. Aan dit blad hing een fonteintje en in het echte tafelblad was een wasbekken verzonken. Er komen ook wastafels voor in de vorm van een encoignure met gebogen deuren en opstaande wanden tegen het spatten. Tegen het midden van de 19de eeuw komen de betrekkelijk kleine wastafels in zwang met een vaste spiegel aan de achterkant en een of twee laden onder het bovenblad. De term lampetkan verliest zijn oorspronkelijke betekenis van kostbaar gerei voor de handwassing tijdens de maaltijd, en wordt nu gebruikt voor de eenvoudige stenen kan met kom die tot de standaarduitrusting van de wastafel hoort en een plaats krijgt op het tussenblad, dat tot dit doel vaak is voorzien van een rond gat waar de kom in past. Tegen het eind van de 19de eeuw krijgt de wasatafel monumentale afmetingen; de ruimte tussen de poten wordt ingericht als kast en wordt gesloten met twee deuren. De lampetkan verhuist naar het marmeren bovenblad en krijgt in de echtelijke slaapkamer gezelschap van een tweede stel. In deze gedaante heeft het meubel bestaan tot het met de aanleg van het gemeentelijke waterleidingnet werd verdrongen door de zgn. vaste wastafel.
Whatnot (Eng.) Populaire aanduiding voor etagère. William and Mary In Engeland, ca.1690 - ca.1700. Onderdeel van de Age of Mahogany. Tijdens de regeringsperiode van onze koning-stadhouder Willem III was hier de invloed van de hugenoot Daniel Marot zeer sterk. Window seat (Eng.) Benaming voor een ondiep, gestoffeerd bankje met lage, naar buiten gebogen wangen. Het was speciaal ontworpen voor gangen en andere smalle ruimten, en werd daarom oorspronkelijk corridor stool genoemd. Algemeen in Engeland tijdens de 18de eeuw. Windsor chair (Eng.) Meest populaire volksmeubel in Engeland en Amerika tijdens de 18de en 19de eeuw. De tijd van ontstaan ligt rond 1700. De oorsprong van de naam is onzeker; afgaand op de soort beukenhout van vroege Windsors zouden wellicht de omstreken van Windsor in Berkshire in aanmerking komen. Het meubel is een typisch stoelendraaiersproduct, het bestaat uit een zware, zadelvormig uitgeholde zitplank waarin alle -doorgaans gedraaide- onderdelen zijn bevestigd. De Windsor is een serieprodukt: verschillende onderdelen werden en masse gemaakt, in Engeland zelfs in afzonderlijke huisindustrietjes. De houtsoorten variëren per onderdeel: de zitting is meestal van vurenhout of berkenhout; de gebogen onderdelen uit beuken-, essen- of notenhout en de gedraaide onderdelen van esdoorn-, berken-, eiken- of beukenhout. Die verschillen waren niet storend, want het voltooide meubel werd geverfd. Bij de fabricage van deze stoelen werd gebruik gemaakt van groen hout voor delen waarin spijlen werden gestoken; de krimp bij het uitdrogen maakte de verbindingen extra stevig. Meer bewerkelijke typen hebben soms cabriole-poten aan de voorzijde en een uitgezaagd middenblad (splat) in de rug. De Amerikaanse Windsors onderscheiden zich echter door het ontbreken van de splat, en ook door de zeer schuine stelling van de poten. De sporten volgen meestal de buitencontouren van de stoel, maar worden ook wel in dwarse H-vorm geplaatst. Zeldzamer is de merkwaardige cowhorn-and-spur stretcher, die bestaat uit een naar achteren gebogen sport tussen de voorste poten, met een verbinding naar de achterste door twee korte sporten. Er is bij de Windsorstoelen een grote variatie in constructie van de rugleuningen. De meest elementaire vorm is de Amerikaanse low back, een U-vormige zitting met dito horizontaal omlopende leuning. Dit type is sterk verwant aan Europese stoelvormen die al in de gotiek voorkomen. De comb-back heeft een aantal lange rugspijlen, die dwars door de leuning heen gaan; deze worden bekroond door een kapregel, een toevoeging die herinnert aan de haarkammen van de Spaanse schonen. De fan back lijkt veel op de comb-back; de doorlopende rugleuning is hier echter vervangen door twee afzonderlijke armleggers. De bow back is een andere variatie op de comb-back; hier worden de doorstekende spijlen opgevangen in een halve hoepel, die in de U-vormige leuning is vergaard. Bij sommige bow backs werd een vijftal rugspijlen door de hoepel heengestoken en in een korte kapregel opgevangen. De hoop-back verschilt van de bow back doordat de hoepel doorloopt tot in de zitplank; dikwijls hebben de zittingen van de fan- en hoop-back van achteren een verlengstuk (tail) ter bevestiging van een tweetal steunspijlen (braces). De rod-back heeft een gewone rug van spijlen die door een horizontale roede worden afgedekt. Ook tafels en bedden zijn als Windsormeubel geproduceerd. Wing chair Zie Confessional.
Writing box on frame (Eng.) Schrijfkistje op los onderstel van het tijdloze, conservatief Engelse type van vóór 1660, maar vaak van veel later datum. Würfelmarketerie (Du.) Zie blokparket.
Zittekist (v. oud-Ned. sittenkist) Kist met leuningen, die als zit- en als bergmeubel diende. Stamt uit de tweede helft van de 14de eeuw. Er bestonden zowel zittekisten voor één als voor twee personen. De eenpersoons-zittekist (Fr. chayère) was een min of meer ceremoniële zetel, met een hoge, rijkversierde rug, in Frankrijk ook vaak bekroond door een overhuiving (hemel). De brede, voor meer personen bestemde zittekist was vaak voorzien van een rugregel die naar twee zijden kon worden omgeklapt (strycsitten), zodat het meubel - zonder te worden verplaatst - naar de ene zijde als haardbank dienst kon doen en naar de andere als eetbank. Een vergelijkbaar, maar veel zwaarder uitgevoerd meubel uit de gelijktijdige Italiaanse renaissance is de cassapanca. Zopfstil Overgangsperiode van het rococo naar het classicisme, in Duitsland Zopfstil genoemd, naar de heersende pruikenmode. Zwik Hoekstuk tussen een boog en de rechthoekige omlijsting waarin deze gevat is. Meubelen alfabetisch gedeelte A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
|