Antieke Oosterse tapijten
Antiek-Encyclopedie.nl: Het informatiepunt voor de antiekliefhebber.



Herkomst

Met Oosterse tapijten worden tapijten bedoeld die in Klein-Azië, het Midden-Oosten of Centraal-Azië zijn geknoopt. In wat ruimere zin rekent men er ook wel Noord-Afrika en China bij. De tapijtknopen vormen een wezenlijk kenmerk; ze zijn met de hand per toer naast elkaar gelegd, telkens om twee gespannen kettingdraden heen, waarna ter versteviging een of meer inslagtoeren zijn doorgeschoten. Men onderscheidt daarbij twee soorten van knopen. De Ghiordes- of Turkse knoop maakt een volledige toer om twee kettingdraden, afgewisseld door twee of soms meer doorgeschoten inslagtoeren die niet zichtbaar zijn. Deze knoop is genoemd naar de stad Ghiordes in Turkije. Bij de Senneh- of Perzische knoop, die ook wel Falsibaff wordt genoemd, wordt slechts één kettingdraad geheel omwonden en de volgende slechts voor de helft. Deze knoop, die is genoemd naar de Perzische stad Sehna, geeft een fijnere structuur dan de Turkse knoop.
.Bronvermelding    |    Top


De basis

De ketting of schering vormt, zoals bij alle weefsels, de basis van het Oosterse tapijt. De kettingdraden, meestal van wol, maar voor een grotere sterkte ook wel van katoen, zijde, vlas, hennep of jute, werden op de twee bomen van het weefgetouw gespannen. Aan de uiteinden werd de ketting afgewerkt tot franje, de zogenaamde baard. Deze is dus nooit aangenaaid. De inslag, die loodrecht op de ketting wordt aangebracht, bestaat in dit geval dus niet uit doorlopende draden, maar uit korte stukjes, steeds afgesneden knopen. Behalve van de gebruikte materialen, het toegepaste patroon en de schoonheid van de kleuren, hangt de waarde van een tapijt vooral af van de dichtheid van de knopen. De grootste dichtheid hebben Perzische tapijten: soms wel 12000 knopen per dm². De knopen werden meestal gelegd van schapen- of kamelenwol, soms gecombineerd met zijde, terwijl ook geheel zijden tapijten voorkomen. Na het knopen werd het tapijt gladgeschoren.
.Bronvermelding    |    Top


Kleuren

De wol kon ongeverfd worden toegepast, wat kleurnuances toeliet van wit, geel, bruin, grijs en zwart. Vaker werd de wol met aluin schoongewassen en met natuurlijke kleurstoffen geverfd. De kleuren van een Oosters tapijt zijn meestal zeer warm en intens. Ze hebben een symbolische betekenis; rood is vreugde en rijkdom, oranje vroomheid en onderdanigheid, blauw staat voor macht en gezag. Groen zou de kleur van Mohammeds mantel zijn geweest, is daarom heilig en wordt spaarzaam toegepast.
.Bronvermelding    |    Top


Nomadentapijten

De tapijten werden aanvankelijk alleen door nomaden gemaakt voor eigen gebruik in de tent. Nomadentapijten zijn doorgaans vrij smal omdat het gemakkelijk verplaatsbare getouw klein was en geen grote breedten toeliet. Later ontstonden werkplaatsen met grote getouwen voor brede tapijten.
.Bronvermelding    |    Top


De dunne Kelim

Slechts één soort Oosters tapijt is niet geknoopt maar geweven: de dunne kelim. De kleurige inslagdraden wijken terug op de plaatsen waar hun patroon eindigt; daardoor vinden we halve naden op de kleurscheidingen. Kelims werden in het Oosten meestal als gordijn gebruikt, in het Westen als meubelbekleding.
.Bronvermelding    |    Top


Ornamentiek

Oosterse tapijten komen uit de islamitische wereld en de toegepaste ornamentiek wijkt dus sterk af van de Westerse. Aangezien de profeet Mohammed het weergeven van menselijke figuren en ook van dieren verboden heeft, zijn de gebruikte motieven meestal vegetatief of strikt geometrisch van aard. Toch heeft men zich niet altijd bij de geboden neergelegd en komen menselijke en dierlijke figuren wel voor. Naar gelang van de gebruikte motieven onderscheidt men bij Oosterse tapijten globaal medaillon-, boom-, tuin-, dier-, jacht- en mihrabtapijten. De laatste zijn gebeds- of bidkleden waarop als centraal motief de mihrab is weergegeven; de moskee-gebedsnis met topgevel. Soms is de nis leeg, dan weer met zuilen door aaneengesloten rijen bloemen gesuggereerd, soms is in de top een hangende olielamp afgebeeld.
.Bronvermelding    |    Top


Zes hoofdgroepen

Men onderscheidt vele tientallen soorten Oosterse tapijten; ze worden genoemd naar de plaats van herkomst, naar het handelscentrum van een streek of naar een stam. Al deze soorten hebben meestal hun vaste motieven in vastgestelde kleurencombinaties. Men kan ze onder meer herkennen aan het rapport; het kleinste aantal kettingdraden en knopen dat het volledige patroon weergeeft. In ruimer verband brengt men de vele tapijtsoorten onder in zes hoofdgroepen: Turkse, Armeense, Kaukasische, Perzische, Turkmeense en Egyptische.
.Bronvermelding    |    Top


Turkse

De Turkse, Anatolische of Kleinaziatische tapijten zijn uitsluitend met de Ghiordes-knoop gemaakt. De toegepaste motieven stonden onder sterke Perzische invloed. Turkse tapijten zijn over het algemeen zachter dan Perzische. Onze voorouders noemden alIe Oosterse tapijten, die aanvankelijk door Venetianen en later door de VOC werden ingevoerd, eenvoudigweg ‘Turcks cleedt’. Van de 15de tot de 17de eeuw had dit ‘Turcks cleedt’ geometrische motieven. Omdat Holbein, de schilder aan het Engelse hof, ze vaak weergaf op z’n portretten, ontstond de term ‘Holbein-motief’.
.Bronvermelding    |    Top


Armeense

De Armeense tapijten, die door sommige kenners tot de Turkse worden gerekend, onderscheiden zich door gedrongen vorm en kleine afmetingen. De hoofdmotieven zijn enkele achthoekige medaillons die uit rechte en schuine lijnen bestaan.
.Bronvermelding    |    Top


Kaukasische

De Kaukasische tapijten hebben doorgaans een streng geometrische indeling in vierkant- en ruitvormen. Andere kenmerken zijn nauwelijks herkenbare drakenfiguren, krachtige primaire kleuren, een zeer hoekige lijnvoering en een smalle rand.
.Bronvermelding    |    Top


Perzische

De Perzische tapijten komen uit een gebied dat wordt begrensd door Tebriz in het noorden, Shiraz en Kirman in het zuiden en Herat in het oosten. De Senneh-knoop is kenmerkend, evenals een rijke schakering van verzadigde mengkleuren, die een vloeiend vegetatief ornament volgen en een beweeglijke diertekening. Duidelijke Oostaziatische invloeden zijn wolkenbanden en feniksen.
.Bronvermelding    |    Top


Turkmeense

Producten van vele nomadenstammen. Het gebied strekt zich uit vanaf de oostelijke oevers van de Kaspische Zee naar het westen tot in West-Turkestan, naar het oosten tot aan de Chinese grens en naar het zuiden tot in Baluchistan. In dit gebied is de tapijtknoopkunst ontstaan. Het tapijt was voor de nomade het middelpunt van zijn bestaan; hij gebruikte het voor talloze doeleinden, van wandkleed tot kussen en van geldbeurs tot zadeltas. De grondkleur van de tapijten is rood in allerlei schakeringen. Als motief komen vaak gülls voor: rijen onder elkaar geplaatste of verspringende ruiten of veelhoeken, waarin geometrische figuren of gestileerde bloem- en diermotieven zijn aangebracht. De pool is vrij kort geschoren; beide knoopsoorten komen voor. Karakteristiek is verder de brede effen of bewerkte baard.
.Bronvermelding    |    Top


Egyptische

Egyptische of in ruimere zin Noordafrikaanse tapijten stammen uit de Osmaanse (Turkse) periode, vanaf 1517. Ze werden naar Turkse en Perzische tradities gemaakt.
.Bronvermelding    |    Top


Oud, antiek, nieuw

Met betrekking tot Oosterse tapijten dienen de termen oud, antiek en nieuw voorzichtig te worden gebruikt. De handel verstaat onder ‘oud’ een Oosters tapijt van vóór 1700. Dateert het van later, dan spreekt men van een ‘nieuw’ tapijt, zolang het met de hand is geknoopt. Handgeknoopte tapijten worden nog steeds gemaakt. De term ‘antiek” is in dit verband wat onnauwkeurig, omdat deze op alle handgeknoopte tapijten tot en met de 19de eeuw slaat. Al in de 19de eeuw begon men in het Midden-Oosten machinaal tapijten te knopen; de leek ziet het verschil met handgeknoopt niet snel.
.Bronvermelding    |    Top


Fabriekstapijten

Een fabriekstapijt is natuurlijk aanzienlijk minder waard. Een andere kwaliteitsvermindering die eveneens in de 19de eeuw intrad was het toenemend gebruik van kunstmatige verfstoffen, die de briljante tinten van natuurlijke verven slechts konden benaderen.
.Bronvermelding    |    Top

Oosterse tapijten alfabetisch gedeelte


A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z


. Top

 

 

Visie | Disclaimer | Bronvermelding | Contact | ©2006-2010 Antiek-Encyclopedie.nl