U bevindt zich hier: Home > Artikelindex > Sieraden & emailwerk > Sieraden & emailwerk E t/m L
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U -
V - W - X - Y - Z
Edelstenen Al onmiddellijk na de ontdekking van de magisch glanzende metalen goud en zilver begon de mens sieraden te maken. Sieraden zijn altijd de uiterlijke en tastbare kentekenen van rijkdom en macht geweest. Hetzelfde was het geval met edelstenen. De wonderlijke, veelal schitterend gekleurde flonkerstenen leken vuur te herbergen en konden moeilijk anders dan van goddelijke oorsprong zijn. De minerale kristallen die we tegenwoordig zorgvuldig bewerken, naar hardheid rangschikken en nauwkeurig wegen, hadden dus in de oudheid, ja zelfs reeds in de prehistorie, een magische betekenis. Ze werden geacht geluk, vruchtbaarheid en gezondheid te brengen. Nog steeds zijn aan veel beroemde edelstenen legenden verbonden van vreugde en rampspoed. Het spreekt vanzelf dat edelstenen meestal werden gecombineerd met edele metalen.
Email is een harde, glasachtige laag die ter decoratie op metalen oppervlakken werd aangebracht. De grondstof die uit gemalen kleurloos glas bestond, werd vermengd met metaaloxiden, waardoor allerlei kleuren mogelijk werden. Er was een dozijn emailkleuren, dat echter onderling vermengd weer vele schakeringen opleverde; nuances waren mogelijk door de emailmengsels rijker of armer aan metaalpigmenten te maken. Toegepaste pigmenten waren onder meer ijzer voor rood, koper voor groen, mangaan voor paars, antimoon voor geel en tin voor wit. Voegde men
tinoxide aan het email toe, dan werd het opaak, dus ondoorzichtig. Liet men dit achterwege, dan werd het email translucide of doorzichtig; door de laag heen bleef de ondergrond zichtbaar. De emailgrondstoffen werden in water opgelost en met een lijmstof - honing of hars - opgebracht. Bij 700 tot 800° Celsius werd het in een oven op het metaal gemoffeld. Na afkoeling en harding kon de emaillaag nog worden geslepen, gematteerd of gepolijst.
Émail de basse taille Reliëfemail waarbij translucide email werd aangebracht over een reliëfondergrond, die door middel van gieten of graveren tot stand was gekomen in basreliëf. Door de verschillende dikte van de doorzichtige emaillaag ontstonden lichte en donkere partijen.
Émail de ronde-bosse Reliëfemail waarbij translucide email werd aangebracht over een reliëfondergrond, die door middel van gieten of graveren tot stand was gekomen in hautreliëf. Door de verschillende dikte van de doorzichtige emaillaag ontstonden lichte en donkere partijen.
Émail en apprêt (Fr.) Synoniem van émail peint.
Émail en creux Reliëfemail waarbij translucide email werd aangebracht over een reliëfondergrond, die door middel van gieten of graveren tot stand was gekomen in vlakreliëf.
Émail en grisaille In de 16de eeuw ontstond het émail en grisaille, met talrijke nuances van zwart, grijs en sepia, als variant op het bonte émail peint.
Émail en plein Emailleertechniek waarbij de emaillaag zonder meer op de gladde ondergrond werd aangebracht, net alsof men een stuk keramiek verglaasde.
Émail en taille d’épargne Émail peint Schilderemail. De eerste bewerking bestond uit het overtrekken van de ondergrond met opaak wit tinemail. Iedere emailkleur werd vervolgens afzonderlijk opgebracht en gemoffeld, met steeds lagere temperaturen. De lagen verzonken langzaam in elkaar, met vrijwel onmerkbare overgangen en zeer rijke schakeringen. Om te voorkomen dat het werkstuk tijdens het herhaald verhitten kromtrok, werd aan de keerzijde contre-émail aangebracht.
Émail translucide Doorzichtig email. Fabergé Evenals de edelsmeedkunst, die vele grote goud- en zilversmeden heeft voortgebracht, kent ook de wereld van het antieke sieraad en de emailkunst beroemde meesters. Een van de meest opmerkelijken was zonder twijfel de Fransman Carl Fabergé, die leefde van 1846 tot 1920. Hij werkte in St.-Petersburg en was tot de revolutie van 1917 hofjuwelier van de Tsaar. Het werk van Fabergé en zijn atelier bestaat uit kleine figuren van kunstig gesneden edelstenen en vele voorwerpen in goud en email. Al zijn juwelen en objets-d’art zijn volmaakt uitgevoerd en zeer gezochte verzamelobjecten. Hij werd vooral beroemd door zijn uiterst kostbare paaseieren in email, goud en edelstenen. Het was namelijk in het Rusland van de tsaren gewoonte elkaar met Pasen geschenken te geven, hetgeen Fabergé op dit idee bracht. Beroemd zijn ook Fabergés figuurtjes van Russische boeren en boerinnetjes, en van kleine dieren in halfedelsteen, bloemen van kostbaar materiaal en vele andere preciosa. Hij heeft ook koffie- en theeserviezen gemaakt. Na de revolutie namen adellijke vluchtelingen hun Fabergé-juwelen mee naar het Westen, waar deze kunstschatten van tijd tot tijd opduiken na jarenlang niet als zodanig te zijn herkend. Fer de Berlin (Fr.) Gietijzeren sieraden, uit het begin van de 19de eeuw, afkomstig uit een ijzergieterij te Berlijn. Vermoedelijk van Silezische oorsprong. Ferronnière (Fr.) Metalen of edelmetalen voorhoofdsband met een juweel in het midden, stijlvol geciseleerd, vooral in empirestijl. Fibula Kledingspeld van de oudheid, waaruit in de middeleeuwen de agraaf ontstond.
Foelie Een blaadje bladzilver dat onder de zetting werd aangebracht om het licht te weerkaatsen, waardoor de schittering werd verhoogd.
Fondelli (It.) Op ivoor geschilderde miniaturen, een techniek die ca. 1695 door Rosalba Carriera werd ontwikkeld. Fondquadrillé (Fr. quadrillle = ruitje) Vulling van ruitjes, veel toegepast in de 18de eeuwse ornamentiek. Soms is in ieder ruitje een rozet geplaatst (fond quadrillé à fleurettes).
Gemme Edelsteen of halfedelsteen, die in een bepaalde vorm is geslepen en waarop een voorstelling is aangebracht, die hetzij in de steen is uitgehold (intaglio), hetzij in reliëf tegen het fond is uitgespaard (camee).
Gemmoglyptiek Zie Glyptiek.
Girandole (Fr., afgel. v. It. girandola = zonnetje bij vuurwerk) Oorbel, hanger of broche, die bestaat uit een centraal motief dat met drie hangers is versierd.
Glyptiek (v. Gr. gluphein = uithollen) Kunst van het snijden van miniatuurvoorstellingen in edelsteen of halfedelsteen (gemmoglyptiek), hetzij door uitslijpen (intaglio), hetzij door wegslijpen van de achtergrond (camee). Goudsteen 1. Op goud lijkend groenachttg-geel gesteente, vooral topaas. 2. Compositie van glas die bruinrood van kleur is en doorspikkeld met gouden stippen. Granaat Edelsteen die verschillende kleuren kan hebben; pyroop-granaat = purperrood, almandijn-granaat = violet, demantoïet-granaat = groen. Door edelstenen te verhitten, wat men 'beitsen' noemt, kan men de kleur vaak ingrijpend veranderen. Granuleren (v. Lat. granum, korrel) Het maken van korrels uit metalen of andere smeltbare stoffen. Grisaille (Fr.) Schildertechniek in grijze monochromie.
Guillocheerbank Soort draaibank met een freesbeitel (halverwege de 18de eeuw uitgevonden) waarmee men in metalen oppervlakken vloeiende reeksen ononderbroken lijnen kon graveren: guillocheren.
Guillocheren Het aanbrengen met behulp van de guillocheerbank van allerlei ingewikkelde patronen: elkaar rakende cirkels, ovalen, golvende lijnen en spiralen, die ter bescherming met kleurloos email werden overtrokken. Werd voornamelijk toegepast op dozen.
Hanger of pendant (Fr.) Kleinood van beperkte omvang dat d.m.v. ring of oog aan een halsketting, gordel of châtelaine is bevestigd. Meestal van edel metaal en versierd met edelstenen, email enz.
Hardheidsschaal van Mohs Schaal om edelstenen naar hardheid in te delen. De hoogste hardheid bezit de diamant: 10. Robijn en saffier hebben een hardheid van 9. Zodra edelstenen een hardheid van minder dan 7 (kwarts) hebben, rangschikt men ze onder de halfedelstenen.
Heliotroop Zie Chalcedon. Hematiet of bloedsteen Hard en compact, donkerrood mineraal dat in de middeleeuwen gold als de beste steen om goud te bruineren. Hyacint Edelsteen, de doorzichtige, donker oranjekleurige tot roodbruinachtig-gele variëteit van het mineraal zirkoon; de oranjekleurige exemplaren komen echter zelden voor. Wegens deze zeldzaamheid heeft men in de handel aan enkele andere ongeveer in kleur overeenkomende edelstenen misleidend deze naam gegeven. Indigoliet Zie Toermalijn. lntaglio
(It.) Tornatuur, edelstenen waarin beelden, wapens of voorstellingen verdiept gesneden zijn. Jaspis Mineraal, ondoorzichtig zeer fijnkorrelig kwartsaggregaat, door vreemde bijmengsels waaronder ijzeroxide verontreinigd. Naar de kleuren, die zeer intensief zijn, worden verschillende variëteiten onderscheiden: groene jaspis = donkergroen; rode jaspis, = bruinrood - tot fraai rood; bruine jaspis = geel, geelachtig bruin, kastanjebruin tot zegelrood. Geaderd in lichtere lagen komt deze in de Nijl als rolstenen voor (Egyptische jaspis). Blauwe jaspis komt weinig voor, deze is lavendelblauw. De meeste in de handel voorkomende soorten zijn kunstmatig gekleurd. Gele jaspis = lichtbruin, geelbruin met witte lagen afgewisseld. Zebra jaspis = lichtbruin met donkerbruine, spiraalvormige lagen. Jaspis-agaat is verschillend gekleurd in donkere tinten in de jaspis-bogen en wordt door doorschijnende, licht getinte chalcedonlagen afgewisseld. Band-jaspis bestaat uit wisselend gekleurde, dunne lagen, die elkaar betrekkelijk regelmatig opvolgen.
Kanton-email Franse missionarissen brachten voorbeelden van het in Limoges ontwikkelde émail en plein naar het China van keizer K'ang-Hsi, waar ze werden gekopieerd.
In Kanton werden de koperen werkstukken beschilderd en vervolgens naar Europa uitgevoerd, waar deze theepotten,
wijnkannen en siervazen de naam Kanton-email verwierven. Karaat Edelstenen worden gewogen in de maateenheid karaat, die overeenkomt met 200 miligram of 1/5 gram.
Karaat komt uit het oud-Arabische spraakgebruik en was oorspronkelijk het zaadje van de kuardaboom, dat als gewichtje werd gebruikt.
Karbonkel Granaat Karneool of kornaliin De diepbloedrode tot lichtbloedrode variëteit van de chalcedon. Het pigment is niet zelden in vlakken verdeeld; de fraaiste karneool is bij doorvallend licht bloedrood. De lichtgetinte zijn als vrouwelijke karneool, de donkergekleurde als mannelijke karneool bekend. Karneool met witte lagen heet karneoolonyx.
Kattenoog of katoog Benaming voor stenen die door hun structuur en insluitsels bij opvallend licht een lichtband vertonen die lichter van kleur is dan de grondmassa; dit verschijnsel is vooral te zien wanneer de stenen bol zijn geslepen. Men onderscheidt beril-, chrysoberil-, saffier-, robijn-, zirkoon-, toermalijn-, opaal- en kwartskattenogen.
Keuls email Al vroeg waren in Keulen buiten- en binnenlandse emailbewerkers werkzaam. Keulen en het Rijnland hebben zeer mooie emailwerken - van hogere kwaliteit dan die van Limoges - voortgebracht.
Koningsblauw (Fr.: bleu du Roi) De meest voorkomende kleur in het emailwerk van alle scholen, vooral die uit het westen. Wordt verkregen door bij het oplosmiddel kobaltoxide - in het oudfrans ‘saphre’ genoemd - toe te voegen. Kornalijn Zie Karneool.
Kwarts Een van de meest verbreide en voorkomende mineralen dat op verschillende plaatsen en in verschillende vormen wordt aangetroffen. Het komt voor in gekristalliseerde en amorfe toestand; de chemische samenstelling bestaat uit siliciumdioxide. Kwarts kristalliseert gewoonlijk in zeszijdige zuilvormige kristallen met een of twee piramidale eindbegrenzingen, waarvan verschillende kleurvariëteiten als sierstenen geslepen worden: bergkristal, amethist, citrien, rookkwarts, morion. Verder behoren tot de kwartsgroep o.a. kat- en tijgeroog, de agaten, onyxen en het chalcedon met zijn vele variëteiten. In amorfe toestand komt het voor als opaal, in sommige chalcedonvariëteiten, vuursteen enz. Lampenzwart Zwarte verfstof verkregen met roet. Lapis lazuli (v. Lat. lapix = steen; v. Perzisch lazhward, oude naam voor het mineraal lazuriet). Tegenwoordig wordt de term gebruikt voor het gesteente dat bestaat uit calciet en lazuriet. Goudgele korrels van pyriet zijn meestal in het gesteente ingesloten; zij gelden als een teken van echtheid van de steen. Lapis lazuli werd gebruikt in inlegwerk van meubels, soms in combinatie met andere stenen (pietra dura). Werd in de renaissance, alsmede in de 17de eeuw en weer in de 19de eeuw veel in sieraden verwerkt.
Limoges In de Franse stad Limoges ontstonden vermoedelijk al in de 11de eeuw de eerste emailwerkplaatsen. De eerste productie bestond voornamelijk uit
reliekschrijnen, crucifixen enz. De productie van profane voorwerpen begon in de 15de eeuw. Het Limoges-email werd zo beroemd, dat het een soortnaam werd,
ook voor vele werken die elders ontstonden.
Lithoglyptiek (v. Gr. gluphein = snijden, uithouwen; lithos = steen) Techniek om stenen, edelstenen en halfedelstenen te snijden, kunst van steensnijden.
Sieraden & Emailwerk alfabetisch gedeelte A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
|