V – W – X – Y – Z
Wetenswaardigheden:
Noppenglas Camee Lantaarnklok Beenglas Knol Hobbeinkleden Pa Hsien Engelmerk Pa pao Boulle-techniek K'ang Hsi Bandfineer Meer wetenswaardigheden >>>
Het laatste nieuws op de site:
Antiek Encyclopedie – Antieke Sieraden & emailwerk
U bevindt zich hier: Home > Artikelindex > Sieraden & emailwerk > Sieraden & emailwerk M t/m Z
A – B – C – D – E – F – G – H – I – J – K – L – M – N – O – P – Q – R – S – T – U –
V – W – X – Y – Z
Maansteen Minerale, doorzichtige tot doorschijnende, waterig-blauw tot donkerblauw gekleurde variëteit van orthoklaas (veldspaat), met een zilverachtige, ronde, ovale of wolkachtige lichtschijn. De doorzichtige, blauwgekleurde variëteit met een ronde lichtschijn (maan) is de fraaiste, maar ook de meest zeldzame. Maansteen wordt in ovale of ronde vorm met gebogen oppervlak als edelsteen geslepen. Markasiet Naam van Arabische of Moorse oorsprong, aanvankelijk gebruikt voor bismut en antimoon, in de edelstenenhandel voor geslepen pyriet, nog weer een ander mineraal. Dit pyriet, dat een messinggele kleur en een hoge metaalglans heeft, wordt vooral in zilveren juwelen gezet als entouragemateriaal. Medaillon Oorspronkelijk Romeinse penning die in uiterlijk op een munt leek, maar meestal groter van formaat was. Als sieraad is het medaillon sterk verweven met de Romantiek: een hanger in een ronde; ovale of hartvorm, die aan een lint of ketting om de hals werd gedragen of aan een broche werd gehangen. Het is een klein plat doosje dat opengeklapt kan worden en waarin een aandenken zoals een haarlok, een miniatuur en (na 1860) een foto kan worden bewaard. Naamring of naambroche Ring of broche bezet met een rij verschillende stenen, waarvan de eerste letters samen een woord of naam vormen. Bijv. de naam Adèle met de stenen: Niello (It.) Zwarte versiering op goud of zilver en omgekeerd. Objet de vertu (Fr.) Klein luxevoorwerp, bibelot of objet de vitrine. Obsidiaan Verzamelnaam voor vulkanische glassoorten die meestal zwart zijn, maar ook in donkergroen of donkergrijs voorkomen. Olivijn (v. Lat. oliva = olijf; vroeger olivien) Groene mineralen die in basische stollingsgesteenten kunnen voorkomen. Als edelsteen vaak peridot (Fr. péridot) genoemd. Wegens de betrekkelijk geringe hardheid minder geschikt voor ringen en armbanden. Onyx (Gr. onux = nagel) Een chalcedonsoort, die in het algemeen genomen tot de agaten behoort. In engere zin is het een ondoorzichtige chalcedon, waarin melkwitte tot lichtgetinte lagen en donkergekleurde, eveneens ondoorzichtige lagen elkaar afwisselen in rechte of gebogen banden. De lichtgekleurde lagen zijn in de regel aanmerkelijk smaller dan de donkergekleurde. Wordt behalve voor cameeën gebruikt voor het snijden van familiewapens en monogrammen in ringstenen. Opaak Opaal Groep van mineralen, die bestaat uit kiezelzuur met een wisselend gehalte aan water en kwarts: varieert in kleur van melkachtig wit tot warm roodbruin en zwart. De kenmerkende kleur wordt veroorzaakt door een variatie van de refractieve eigenschappen van de dunne lagen van de bijmengsels en het water. De steen is tamelijk zacht en daarom minder geschikt voor sieraden. Wordt over het algemeen in cabochonvorm geslepen. Or en quatre couleurs (Fr.) Decoratietechniek waarbij goud wordt toegepast in een viertal kleurvariëteiten, verkregen door het toevoegen van metaaloxiden. Deze kleuren zijn wit, groen, rood en blauw. De techniek stamt uit ca. 1750 en wordt vooral aangetroffen bij (snuif) dozen. Paillons In de 16de eeuw ontwikkelden de Fransen email met paillons, waarbij tussen twee lagen translucide email dunne rolletjes goud of zilver in bepaalde patronen werden gerangschikt. Parel Harde vorming op de schaal en in de mantel van bepaalde weekdieren. De kleur is wit, roze, zilvergrijs, grijs, geel, groen, blauw, geelbruin, bruin en zwart. De witte parels met fraaie parelglans, waardoor een zachte, rozeachtige glans ontstaat zijn het meest gezocht. Parure (Fr., versiersel, sieraad) Stel bij elkaar horende juwelen, die meestal bestaat uit een broche, halsketting, oorbellen en armbanden. Een demiparure omvatte slechts bijv. een broche met oorbellen of een halssnoer met oorbellen. Pavé (Fr., plaveisel) Edelsteenzetting die bestaat uit een groepering van doorgaans zeven edelstenen die direct tegen elkaar zijn gezet, zodat de metalen ondergrond aan het oog wordt onttrokken. Populair in de late 18de en 19de eeuw. Pax-tafel of pax-tablet Kleine tablet of plaquette, meestal met een voorstelling van de kruisiging. Werd vanaf de late 13de eeuw gebruikt voor het doorgeven van de vredesgroet tijdens de mis. Rijke kerken en kloosters bezaten vaak zilveren pax-tafels; de andere waren meestal van onedele metalen gemaakt. De pax-tafels werden in email of niello gedecoreerd. Pendant Peridont Zie Olivijn. Pomander Zie Bisamappel. Quadrillé Zie Fond quadrillé. Reliëf-email Reliëfemail valt in drie technieken uiteen: émail en creux, émail de ronde bosse en émail de basse taille. Deze hebben met elkaar gemeen dat translucide email werd aangebracht over een reliëfondergrond, die door middel van gieten of graveren tot stand was gekomen. Robijn Edelsteen, de doorzichtige, roodgekleurde variëteit van het mineraal korund; kristalliseert meestal in korte, zeszijdige zuiltjes met afgeplatte hoeken en zijden. Vooral de lichtere stenen worden aan de onderkant hol geslepen, waarna ze in een rechte kast op rode foelie worden gezet, waardoor de kleur donkerder schijnt. In hardheid volgt de robijn op de diamant, maar de laatste is toch nog 140 maal zo hard als de eerste. Roosslijpsel Diamantslijpsel dat in de 16de eeuw ontstond. Het zijn omgekeerde en afgeknotte piramidevormen, die sterk werden gefacetteerd. De Hollandse of Amsterdamse roos telt 24 driehoekige facetten, de Brabantse of Antwerpse 12. Rouwjuwelen Ringen, broches en andere sieraden, als zodanig kenbaar aan toepasselijke symbolen en gebruik van zwarte materialen. Rubelliet Zie Toermalijn. Rijmring of –broche Ring of broche, waarbij aan de binnenkant een vers is gegraveerd. De benaming werd niet eerder dan de 16de eeuw gebruikt, hoewel de ringen vermoedelijk al vóór die tijd werden gemaakt. In de 17de eeuw waren in Engeland en Frankrijk ringen met hele coupletten populair. Saffier (v. Lat.: sapphirus) Edelsteen, de doorzichtige, blauw gekleurde variëteit van het mineraal korund. Saffier kristalliseert hoofdzakelijk in dubbelpiramiden en torenvormige, zeskante kristallen. De kleur loopt van zeer licht hemelsblauw tot zwartblauw, de meest gezochte kleur is die van het korenbloemblauw, met een zachte, fluweelachtige glans. Sardonyx Gelaagde chalcedon met afwisselend witte en bruin- tot roodachtige lagen. Schelpcamee Gemme, gesneden uit de schaal van een zeeslakkensoort, bijv. de bassis of de strombus. De schalen van deze dieren bestaan uit twee lagen, waarvan de buitenste uit witte koolzure kalk, de binnenste uit roze, rood- of bruinachtige organische stof vermengd met kalk is opgebouwd. Serpentino, serpentijnsteen of slangensteen, Dicht gesteente, omzettingsproduct van olivijn, in groene, gelige, groenzwarte tinten, ook gevlamd, en rood en bruin gevlekt (vandaar de naam) met vezelachtige aderen. Edele serpentino is doorschijnend. Smaragd Edelsteen met helder groene kleur, variëteit van de beril. De groene kleur is afkomstig van chromiumverbindingen. In verhouding tot andere edelstenen is de smaragd zacht en bevat vaak insluitsels en barsten. De lichtbreking is laag, waardoor de glans gering is. Na de oudheid werden smaragden niet meer gebruikt tot aan de verovering van Zuid-Amerika door de Spanjaarden. Grote hoeveelheden werden toen naar Europa vervoerd, om in sieraden en kerkelijke siervoorwerpen te worden verwerkt. Snuifdoos Ontstond in de 17de eeuw toen het snuiven in de mode raakte. Ze werden gemaakt van vele materialen, in talrijke technieken en vormen. Veelgebruikte materialen waren ivoor, goud, zilver, hout, parelmoer en email. De meeste snuifdozen zijn afkomstig uit Frankrijk; de mooiste en kostbaarste komen uit Rusland en Zwitserland. Solitair Solitair South-Staffordshire-email Werd vnl. in Bilston en Wednesbury gemaakt. Grote productie van dozen, plaketten, kandelaars, theebusjes, mosterdpotten, zoutvaten, bladen, etuis, reukflessen enz.. Vaak met gedrukte voorstellingen naar schilderijen van Boucher,Lancret en Watteau en naar het ontwerpenboek The Ladies’ Amusement. Zeker is dat de kwaliteit ten gevolge van de massaproductie na 1780 achteruitging. De productie werd na 1800 plotseling gestaakt. Steinkabinettstabatieren (Du.) Genre van de Zellenmosaik-snuifdozen waarvan de gebruikte sierstenen een complete collectie vormen van alle in Saksen gevonden soorten. Bij iedere steen is in de gouden vatting een nummer gegraveerd dat correspondeert met de bijgevoegde lijst, waarin de stenen en hun vindplaatsen worden beschreven. Tabatière (Fr.) Snuifdoos. Tabatière à cage (Fr.) Snuifdoos samengesteld uit een metalen skelet met plaques van porselein, ivoor, parelmoer enz. Tafelslijpsel In de 15de eeuw ontwikkeld diamantslijpsel, waarbij de steen van boven en soms ook van onder volledig vlak werd geslepen en de randen werden gefacetteerd. Toermalijn Mineraal waarvan de doorzichtige, gekleurde kristallen als edelsteen worden geslepen. De kristallen behoren tot het hexagonale systeem en bestaan in de regel uit langgerekte, slanke, zeskante zuilen. De kleuren kunnen zeer uiteenlopend zijn, van rood, roze, geel, groen, blauw, blauwgroen, roodbruin tot bruin, zwart en kleurloos. Aan een zelfde kristal komen soms verschillende kleuren voor, niet alleen in de lengte, maar ook loodrecht op de lengteas, waarbij het kristal aan de buitenzijde anders gekleurd is dan in het midden, afgewisseld door lichter getinte zones. De rode tot roze variëteit heet rubelliet; de blauwe indigoliet; de kleurloze ackroiet. Er bestaan ook andere kleurvariëteiten, waarvoor geen afzonderlijke edelsteennamen bestaan. Topaas Mineraal waarvan de doorzichtige, kleurloze en gekleurde variëteit als edelsteen wordt geslepen. De gele of edel-topaas is de bekendste. Topaas is harder dan kwarts en heeft een perfect kloofsel. Wordt vanaf de 18de eeuw in sieraden verwerkt. Tornatuur Zie Intaglio. Turkoois Kryptokristallijn mineraal dat als edelsteen wordt gebruikt. De kleur is blauw tot donkerblauw, groenachtig blauw tot blauwachtig groen en vervaagt soms, als de steen te veel aan de zon wordt blootgesteld. Turkoois is tamelijk zacht, maar kan tot hoogglans worden gepolijst. Vierkleurengoud Zie Or en quatre couleurs. Wedgwood sieraden In de late 18de en vroege 19de eeuw heeft Wedgwood zich gespecialiseerd in het maken van black basalt en jasperware. Deze werden in broches, armbanden, ceintuurs, oorbellen enz. verwerkt. De monturen waren van goud of gediamanteerd staal. Zellenmosaik (Du.) Techniek voor het maken van doosjes en snuifdozen, die bestaat uit een netwerkachtig skelet in goud, opgevuld met stukjes natuursteen. De techniek werd in het bijzonder in Dresden tot in hoge perfectie beoefend door edelsmeden als C. G. Stiehl, H. Taddel en vooral J. C. Neuber (Neuberdosen). Zirkoon Zie Hyacint. Sieraden & Emailwerk alfabetisch gedeelte
A – B – C – D – E – F – G – H – I – J – K – L – M – N – O – P – Q – R – S – T – U –
V – W – X – Y – Z
|