Sabelpoot
Gebogen stoelpoot, achterwaarts gebogen zoals een sabel. Tijdens de late 18de en vroege 19de eeuw in gebruik, geïnspireerd op antieke voorbeelden.
. |
Sabot
(Fr.) Metalen beslag, "schoentje" onderaan een meubelpoot.
. |
Sakkerdaanhout
Warm, oranjegeel hout van Indonesische herkomst. Vooral gebruikt om linnenkasten aan de binnenkant te beplakken, vanwege zijn fijne geur.
. |
Sandelhout
(v. Eng. sandelwood) Fijngeurende houtsoort uit het zuidelijk deel van India. Het is zeer hard, geelachtig bruin en heeft een dichte nerf. Gebruikt voor snijwerk en in marqueterie.
. |
Satijnhout of atlashout
(Fr. bois satiné) Hout van de Chloroxylon swietenia, wegens zijn mooie satijnglans gebruikt als meubelfineer en voor inlegwerk, vooral eind 18de eeuw en begin 19de eeuw.
. |
Savonarola-zetel of sedia Savonarola
Zie Curulische zetels.
.
Scagliola
(It.) Een soort imitatiemarmer, samengesteld uit gips, lijmwater en kleurstoffen, dat na het hard worden kan worden geslepen. Werd in de 17de en 18de eeuw gebruikt als een goedkope vervanging van marmer voor vloeren, zuilen, tafelbladen e.d. De techniek leende zich ook voor het imiteren van Florentijns mozaïekwerk.
. |
Schabel
(v. It. sgabello) Zitbankje met plankleuning. Als boerenmeubel in gebruik tot ver in de 19de eeuw over heel Midden-Europa tot in Scandinavië toe.
. |
Schalk
Dun halfzuiltje dat tegen het lichaam van een dikkere zuil of pijler rust.
. |
Schelp of schelpmotief
Waaiervormig gegroefde, op schelpen lijkende versieringsvorm. Verwerkt tot rocaille wordt de schelp karakteristiek voor de Lodewijk XV-stijl.
. |
Schemel
Middeleeuwse lichte, driepotige stoel.
. |
Schrijfcommode
Ladenkastje met bovenaan een naar achteren hellende klep die uitgeklapt als schrijfblad fungeert. Stamt uit de eerste helft van de 18de eeuw. In België spreekt men van commode-scriban, in Frankrijk van secrétaire-commode.
. |
. |
Schrijftafel
Zie Bureau.
.
Scriban
(v. Lat. scribere=schrijven) Belgische term (Fr. scribain of scribanne) voor een schrijfkabinet, oorspr. uit de Luikse school, dat in een aantal variaties voorkomt. Het eigenlijke scriban is een rococo-variant op het bureau Mazarin. Het heeft eveneens acht poten, maar korter en van het cabriole-type; direct op deze poten rusten twee kastjes aan weerszijden van een ruimte voor de knieën. Achter op het blad een serre papiers over de hele breedte; deze wordt gesloten door een hellend deksel dat uitgeklapt dienst doet als schrijfblad. Het meubel is rijk gebeeldhouwd. De commode-scriban is een commode met de opbouw van het scriban en is van ongeveer dezelfde afmetingen. De scriban-bibliotheek is een combinatie van een van de twee vorige typen met de bovenkast van een kabinet, soms met glazen deuren. In combinatie met de commode-scriban identiek met het schrijfkabinet. Al deze typen stammen uit het rococo.
. |
Seaweed marquetry
Verfijnde, Engelse variant van de Nederlandse bloemenmarqueterie.
. |
Second Empire
In Frankrijk, ca. 1850-1875. Deze neorenaissance ontstond tegen het midden van de 19de eeuw, vooral in Frankrijk, waar zij bon ton werd voor huiskamerameublementen.
. |
Sectrétaire commode
Zie Schrijfkabinet.
.
Secrétaire en abattant
(Fr.) Soort secrétaire en armoire, de secretaire in zijn algemeen bekende vorm. Het is een kast in de vorm van een staande rechthoek; het front is doorgaans in drieën verdeeld: onder het bovenblad een brede lade, daaronder een klep (abattant) die dient als schrijfblad, met erachter talrijke laatjes en loketten. In de onderbouw meestal twee deurtjes waarachter planken of laden. Het meubel beantwoordde in hoge mate aan de eisen van het 18de eeuwse classicisme, dat een sterke voorkeur had voor blokvormige bergmeubelen met onbewerkte, vlakke zijden. Zo werd de secrétaire en abattant het empire- en Biedermeiermeubel bij uitstek.
. |
Secrétaire en armoire
(Fr.), samenvattende term voor schrijfmeubelen in de vorm van een staande kast. De onderkast wordt meestal gesloten door twee deurtjes; de bovenkast wordt gesloten hetzij door een jaloezie of door een voorover kantelbare klep (secrétaire en abattant). Stamt uit het midden van de 18de eeuw.
. |
Secrétaire en double pente, table à dos d'âne of bureau à dessus brisé.
(Fr.) Variatie op de secrétaire en pente, met twee tegenover elkaar geplaatste hellende kleppen, geschikt voor gebruik door twee personen. Stamt uit de Lodewijk XV-periode.
. |
Secrétaire en pente
Zie Bureau de dame.
.
Sedia Dantesca, Sedia Petrarca, Sedia Savonarola
Zie Curulische zetels.
.
Semainier
(Fr.) Hoge, smalle commode met zeven laden van gelijke afmeting, rustend op lage voet of pootjes. Er bestaat ook een semanier de huit jours, met acht laden. Frans, midden 18de eeuw.
. |
Serre bijoux
(Fr.) Kabinet met een hoog onderstel voor het opbergen van juwelen. Sommige van deze juwelenkabinetten zijn zeer groot en fraai bewerkt met snijwerk, marqueterie, verguldsel e.d. Dateert uit de periode van Lodewijk XIV.
. |
Serre papiers
(Fr.) De in loketten en laatjes verdeelde bergruimte boven het schrijfblad van een bureau of secretaire.
. |
Servante of table servante
(Fr.) Zie dientafeltje.
.
Sgabello
(It.) Zitbankje met plankleuning in cartouche- of V-vorm. Typisch renaissance-meubel.
. |
Sheraton style
In Engeland, 1790-1795. De stijl van Sheraton ondergaat, zowel als de stijlen van Adam en Hepplewhite, de invloeden van het classicisme.
. |
Siamoise
Zie Confident.
.
Sideboard
(Eng.) In oorsprong een credenstafel, maar aan het eind van de 18de eeuw ook buffet, met een besteklade in het midden en keldertjes of kastjes aan weerszijden. Er zijn ook varianten waarvan de kastjes tot aan de vloer doorlopen en van een voetplint zijn voorzien (zgn. pedestal sideboards).
. |
Sièges à cabriolet
Zie Sièges à la Reine.
.
Sièges à la Reine
(Fr.) Aanduiding voor de beklede armstoelen met lage, vlakke rugleuning uit het Lodewijk XV-tijdperk ter onderscheiding van de armstoelen met een lage, om het lichaam heen buigende rugleuning, de sièges à cabriolet.
. |
Sièges courants et meublants
(Fr. voor stoelen, fauteuils of banken zonder en met vaste plaats) In de loop van de 17de eeuw worden in de herenhuizen speciale vertrekken ingericht voor representatie, in Nederland aangeduid als "sale", "pronksale" of "salet". In deze vertrekken prefereerde men een strenge architectonische, "deftige" opzet, waaraan ook de zitmeubelen waren onderworpen. De sièges meublants stonden langs de wand in het gelid, de sièges courants stonden vrij in de ruimte en konden eventueel worden verplaatst.
. |
Sillón de cadera
(v. Sp. sillón = armstoel; cadera = heupkussen onder vrouwenrok) Stoel van het curulische type, met rijk inlegwerk uit ivoor en kostbare houtsoorten in de mudéjar-stijl. Doorgaans uit de 16de eeuw.
. |
Sillón de frailero
(Sp., monnikszetel) Een van de meest karakteristieke meubels van de Spaanse renaissance. Een rechthoekige armstoel, gemaakt van walnotenhout; zitting en rugleuning zijn van leer, waarop rijke versieringen zijn aangebracht.
. |
Singerie
(Fr.) Onderdeel van speelse, illustratieve decoraties waarin aapjes de rol van mensen vertolken, vooral geschilderd of als inlegwerk op wand- en meubelpanelen tijdens de Régence en Lodewijk XV-periode.
. |
Slant top desk
(Eng.) Secrétaire commode in Engelse uitvoering, 18de eeuws.
. |
Slipper-chair
(Eng.) Lage slaapkamerstoel, speciaal gemaakt om schoenen gemakkelijk aan te trekken. In het begin van de 20ste eeuw veel in gebruik.
. |
Snaptable
Zie Tilt-top table.
.
Sofa
(v. Arab. soeffah, verhoging bekleed met tapijten en kussens) Ook canapé à la turquoise genoemd; brede, rondom gestoffeerde canapé die in het midden van de 18de eeuw in de mode kwam, in analogie met de turquerieënrage. De zijleuningen zijn naar buiten gekruld, de rug is meestal hoger en vertoont bij sommige stijlen een welving in het midden. Vaak zijn aan weerszijden rolkussens aanwezig, zoals bij de (rugloze) turquoise.
. |
Sofa table
(Eng.) Laat-18de-eeuwse, vroeg-19de-eeuwse hangoortafel die zich uit de Engelse Pembroke-table heeft ontwikkeld. De tafel was bestemd voor op de sofa gezeten dames. De vorm is meestal rechthoekig, soms met twee laden in de bovenrand, heeft aan elk uiteinde een opklapbaar blad en één centrale poot of twee poten aan elk uiteinde. Soms is in het bovenblad een uitschuifbaar speelbord aangebracht, of een mechaniek waarmee men het blad schuin kan zetten, zodat een schrijf- of leestafel ontstaat.
. |
Somno
(Fr.) Nachtkastje uit de empiretijd, vaak in de vorm van een afgeknotte zuil
. |
Sopra porta
Zie Dessus de porte.
.
Spaanse stoel
Normaal stoeltype in Nederland in de late 16de en vroege 17de eeuw. Er zijn vier rechte poten - door vier regels verbonden - waarvan de achterste twee recht omhooglopen; tussen deze stijlen een rugleuning in de vorm van een liggend rechthoekje. Vaste bekleding van leer of stof, bevestigd met koperen siernagels.
. |
Spaans riet
Rotting, ouderwetse term voor rotan.
. |
Spanish foot
(Eng.) Meubelpoot uit de William and Mary-periode. Het onderste deel bestaat uit een overhoeks geplaatst, geribbeld profiel dat aan de zijkant de vorm van een enigszins ingezakte, naar binnen gedraaide voluut heeft.
. |
Speeltafel
Klein, vierkant, meestal opvouwbaar en met laken of vilt bekleed tafeltje voor kaartspel tussen ten hoogste vier personen. Komt in alle stijlen voor, vanaf het eind van de 17de eeuw. Zeldzamer zijn speeltafels die voor één bepaald spel zijn ingericht.
. |
Spekstuk
Rechthoekig, opgelijmd kussen met rug. Veel op renaissancemeubelen en -gebouwen toegepaste vesiering.
. |
Spider-leg table
(Eng.) Hangoortafeltje van klein formaat, naar voren overeenkomend met de gate-leg table, maar in veel lichtere uitvoering
. |
Staarthengsel
Scharnier met lange veer, zoals op klampdeuren wordt gebruikt.
. |
Stafwerk
Zie Rudentures.
.
Sterrenkabinet
Groot tafelkabinet uit de tweede helft van de 17de eeuw waarop in marqueterie figuren, bijv. sterren, cirkels, ovalen zijn aangebracht
. |
Stollenschrank
(Du., kast op hoekstijlen) Duitse kast in twee verdiepingen met terugspringende bovenkast en een legplank boven de onderkast, ontwikkeld uit de Franse credens.
. |
Stollentruhe
(Du., kist op hoekstijlen) Bahut, kist van het type dat in ons land bekend is als Twentse of Drentse kist.
. |
Stommeknecht
Zie Dumb waiter.
.
Strikornament
Zie Noeud de ruban.
.
Stripped furniture
(Eng.) Internationaal gebruikte term voor oorspronkelijk gefineerde meubelen die van het fineer werden ontdaan om deze ongefineerd in de handel te brengen. Tijdens de mode van lichte houtsoorten past ook het procédé van ontkleuren en aflogen van gebeitste en geverfde meubelen (bleached furniture). Als regel wordt deze bewerking toegepast op goedkope stukken uit de 19de eeuw. Ter onderscheiding worden de blankhouten meubelen uit midden-Europa en Scandinavië omschreven als pinewood furniture.
. |
Stro-marqueterie
Engelse marqueterie, waarbij opengesneden strohalmen werden verwerkt.
. |
Stump leg
(Eng.) Onbewerkte, plompe poot, overhoeks gebogen, voorkomend bij sommige Queen Anne- en Chippendale-stoelen.
. |
Stijl
Opstaand, lang en smal steunend deel van een meubel.
. |
Style Messidor
(Fr.) Zie Directoire.
.
Stijl- en regelwerk
Onderdeel van het gotische vergaarwerk, een constructietype (afgeleid van de skeletbouw in de architectuur), waarbij een geraamte van stijlen en regels werd opgevuld met dunne panelen.
. |
Style rocaille
(Fr.) Zie rococo.
.
Sultane
Zie Turquoise.
.
Swan-neck
(Eng.) Variatie op het gebroken fronton, waarbij de stijgende lijnen de gedaante krijgen van twee naar elkaar toegekeerde voluten die naar weerszijden uitlopen in een ojief. Uit het midden rijst vaak een voetstukje omhoog waarop een gedraaide urn, vaas of beeldje is geplaatst. Komt veel voor op kasten (tallboy) en staande klokken tijdens het 18de eeuwse classicisme.
. |
Swing-leg table
(Eng.) Eettafel met twee opklapbladen in de vroege 18de eeuw; de poot draaide om een spil en was minder zwaar dan de gate-leg.
. |
Meubelen alfabetisch gedeelte
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U -
V - W - X - Y - Z
.